Herhaling thema seizoenen: de herfst
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke nieuwe woorden over
de herfst heb je geleerd?
de herfst heb je geleerd?
Slide 2 - Carte mentale
De jeansbroek
De mantel
De laarzen
De regenjas
De paraplu
Slide 3 - Question de remorquage
Schrijf het woord. Welk kledingstuk is dit?
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf het woord. Welk kledingstuk is dit?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Vidéo
Welke zinnen over het weer passen bij de herfst? Schrijf ze op!
Slide 7 - Question ouverte
Welke zin is juist geschreven?
A
Er is koud wind.
B
Er is koude wind.
C
Er is koude wint.
D
Er zijn koude wind.
Slide 8 - Quiz
Welke zin past bij de foto?
A
Er ligt een pompoen in het gras.
B
Er staat een sinaasappel op de tafel.
C
Er staat een pompoen op de tafel.
D
De pompoen is geel.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Lien
Welke dieren zien we in
de herfst?
de herfst?
Slide 11 - Carte mentale
Schrijf een goede zin bij de foto.
Slide 12 - Question ouverte
Schrijf een goede zin bij de foto.
