V4_herhaling 3.2_intro3.3

De wet van Buys Ballot =
A
1. Wind waait van een Laag druk gebied naar Hoog
B
1. Wind waait van een Hoog druk gebied naar Laag
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De wet van Buys Ballot =
A
1. Wind waait van een Laag druk gebied naar Hoog
B
1. Wind waait van een Hoog druk gebied naar Laag

Slide 1 - Quiz

De wet van Buys Ballot =
A
2. Op het Noordelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts
B
2. Op het Zuidelijk Halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts

Slide 2 - Quiz

Maak het plaatje compleet met behulp van de sleepelementen onder de groene streep
luchtdruk
luchtdruk
blauwe pijl
blauwe pijl
windrichting
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
ITCZ
Evenaar
30 gr. ZB

Slide 3 - Question de remorquage

0 graden
30 graden
60 graden
90 graden
polair maximum
equatoriaal minimum
Subpolair minimum
Subtropisch maximum
Hier starten de passaatwinden
Hier waaien de passaatwinden heen
ITCZ

Slide 4 - Question de remorquage

Westenwind
Noordoost passaat
Zuidoost passaat
Afwijking naar rechts
Afwijking naar links
L
H
H
H
L
L
Westenwind
H

Slide 5 - Question de remorquage

Welk klimaat vind je in het gebied van de ITCZ ?
A
Tropisch klimaat (A)
B
Droog Klimaat (B)
C
Gematigd klimaat (C)
D
Landklimaat (D)

Slide 6 - Quiz

Welke situaties horen bij de ITCZ?
A
Lage drukgebied, stijgende lucht, veel neerslag
B
Lage drukgebied, stijgende lucht, weinig neerslag
C
Hoge druk gebied, dalende lucht, weinig neerslag
D
Hogedrukgebied, dalende lucht, veel neerslag

Slide 7 - Quiz

Op de locatie van de ITCZ is er:
A
Droogte
B
Stijgingsregen
C
Stuwingsregen
D
Frontale regen

Slide 8 - Quiz

De intertropischeconvergentiezone (ITCZ) is altijd een
A
Maximum
B
Minimum

Slide 9 - Quiz

Moessons zijn
A
winden die rond de evenaar waaien en elk half jaar van richting veranderen
B
winden die het hele jaar vanuit het noordwesten waaien
C
winden die richting het noorden waaien

Slide 10 - Quiz

Bekijk de afbeelding over de ITCZ.

Welke situaties horen bij de ITCZ?
A
Lage druk, stijgende lucht, veel neerslag
B
Lage druk, stijgende lucht, weinig neerslag
C
Hoge druk, dalende lucht, weinig neerslag
D
Hoge druk, dalende lucht, veel neerslag

Slide 11 - Quiz

Sleep de woorden naar het juiste plaatje!
Nat
Droog
Zomer
Winter
Noordwest moesson
Zuidwest moesson
Aflandige wind
Aanlandige wind

Slide 12 - Question de remorquage