1.2 Warmtetransport door de wind

1.2 Warmtetransport door de wind
Leervraag:
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
Of
Hoe ontstaan moessons?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1.2 Warmtetransport door de wind
Leervraag:
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
Of
Hoe ontstaan moessons?

Slide 1 - Diapositive

Wat is een moesson?
A
Wind die richting de evenaar waait vanaf de subtropische hogedrukgebieden.
B
Gebied met een dalende luchtbeweging waardoor het gewicht van de kolom lucht boven aarde groot is.
C
De verplaatsing van lucht in de atmosfeer (grote windsystemen).
D
Land- of zeewind die elk half jaar ongeveer 180° van richting verandert.

Slide 2 - Quiz

Hoe ontstaan moessons? 

Slide 3 - Diapositive

Energietransport
Wind- en waterstromen transporteren het energieoverschot in de tropen naar hogere breedte.

Slide 4 - Diapositive

Lage druk
Hoge druk
Lage
druk
Hoge druk
Lage druk

Slide 5 - Question de remorquage

2

Slide 6 - Vidéo

00:36
Wat is het corioliseffect?
A
Iets met draaien en aarde en wind.
B
De wind krijgt een afwijking door de draaiing van de aarde.
C
Het effect dat het 'coriol' is.
D
Ik zat niet op te letten.

Slide 7 - Quiz

02:18
De wet van Buys Ballot luidt..
A
Op het NH heeft de wind een afwijking naar links met de wind in de rug.
B
Op het NH heeft de wind een afwijking naar rechts met de wind in de rug.

Slide 8 - Quiz

Luchtdrukgebieden met winden
- Polair maximum
>Poolwinden
- Subpolair minimum
>Westenwinden
- Subtropisch maximum
>Passaten
-Equatoriaal minimum/ITCZ

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

In welke maand is dit de stand van de aarde?
A
Januari
B
Maart
C
Juni
D
September

Slide 11 - Quiz

Wanneer ligt het tropisch minimum/ITCZ boven het Noordelijk Halfrond?
A
Januari
B
Maart
C
Juni
D
September

Slide 12 - Quiz

Moesson
Als een passaat de evenaar oversteekt en een andere afwijking krijgt, wordt het een moesson. 

Slide 13 - Diapositive

Wat weet je nu over het ontstaan van een moesson?

Slide 14 - Question ouverte