Elektriciteit E=Pxt en P=UxI

Hoe bereken je het vermogen?
De video over het berekenen van het vermogen kun je thuis nog eens kijken.
Begin voor nu zelf met de vragen.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe bereken je het vermogen?
De video over het berekenen van het vermogen kun je thuis nog eens kijken.
Begin voor nu zelf met de vragen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Een wasdroger werkt op een spanning van 230V.
Door de wasdroger gaat een stroomsterkte van 15A.
Bereken het vermogen van de wasdroger.

Slide 3 - Question ouverte

Op een laptop staat 19V en 4A. Bereken het vermogen van de laptop.

Slide 4 - Question ouverte

Het remlicht van een auto brandt op een spanning van 12V.
De stroomsterkte is 1,75A

Slide 5 - Question ouverte

Geef aan wat het vermogen is van de mixer en wat het vermogen van de stofzuiger is.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het vermogen ?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het vermogen van de lamp?

Slide 8 - Question ouverte

Energieverbruik berekenen
energieverbruik = vermogen × tijd

met daarin
• het energieverbruik in kilowattuur (kWh);
• het vermogen in kilowatt (kW);
• de tijd in uur (h)

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld energieverbruik berekenen
Joep werkt 1,5 uur met een accuboormachine (afbeelding 4). De boormachine heeft een vermogen van 60 W. Bereken het energieverbruik.
 

gegevens:
tijd = 1,5 h
vermogen = 60 W = 0,060 kW

gevraagd:
energieverbruik = ?
uitwerking:
energieverbruik = vermogen × tijd
= 0,060 × 1,5
= 0,090 kWh
Het energieverbruik van de accuboormachine is 0,090 kWh.



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Voor het bakken van een taart staat een oven met een vermogen van 2kW 1,5 uur. Bereken het energiegebruik tijdens het bakken van de taart.

Slide 12 - Question ouverte

Een elektrische kachel met een vermogen van 3500W staat 2,5 uur aan.
Bereken het energieverbruik van de kachel

Slide 13 - Question ouverte

Een wasmachine van 2000W staat 1,5 uur aan. Er branden ook nog vijf lampen van ieder 60W gedurende 4 uur.
Bereken het totale energiegebruik van de wasmachine en de lampen.

Slide 14 - Question ouverte

Een elektrische verwarmingsplaat heeft een vermogen van 900 W.
Bereken het energieverbruik in kWh als de plaat een halfuur aan staat

Slide 15 - Question ouverte

De lampen hebben samen een vermogen van
256 kW. Ze branden 2 uur lang. Wat is het energieverbruik?

Slide 16 - Question ouverte

Kosten energiegebruik berekeken.
Je kunt de energiekosten van een apparaat bereken, wanneer je de kWh-prijs weet.
Als eerste bereken je het energiegebruik. E=Pxt
Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst in kWh met de kWh-prijs.
Voorbeeld:
  • Vermogen lamp = 50W en tijd hoe lang de lamp brandt= 8h > 50W is 0,05 kW
  • E=0,05x8. Dus het energieverbruik is 0,4 kWh
  • De kWh-prijs is € 0,22.
  • Energieverbruik x kWh- prijs. Dus 0,4 kWh x € 0,22 = € 0,09
  • De kosten voor 8 uur een lamp te laten branden van 50W zijn € 0,09
Er volgen nu een aantal oefeningen

Slide 17 - Diapositive

Evert staat zijn huis te stofzuigen. De stofzuiger heeft een vermogen van 1200W. 1kWk kost €0,23. Na een half uur is hij klaar. Bereken de energiekosten van een half uur stofzuigen.

Slide 18 - Question ouverte