Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Doel:
Ik kan een kerstkaart schrijven voor een eenzaam iemand.
Slide 2 - Diapositive
Kerstkaarten schrijven
De eerste kerstkaarten werden in de 19e eeuw verstuurd, maar de gewoonte om mensen aan het einde van het jaar iets goeds te wensen bestaat al veel langer. De meest gebruikte wensen zijn dan ook al erg oud.
Slide 3 - Diapositive
Kerst gedachte
Een blijde boodschap, een wens. Misschien kan je je eigen gedachten over kerst en de betekenis daarvan onder woorden proberen te brengen.
Je mag een gedichtje maken, een elfje of gewoon een lieve zin schrijven op de kaart.
Slide 4 - Diapositive
Maak zelf je kerstkaart!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Schrijf daarna de kaart
Schrijf jouw kerstwens op voor iemand die je iets aardigs toewenst.
Wat zou jij voor iemand anders wensen? Let er wel op dat je u gebruikt omdat het iemand is die ouder is dan jij, of iemand die je minder goed kent. Het mag ook een gedichtje zijn.
Schrijf je naam onderaan.
Slide 7 - Diapositive
Begin met
Hallo,
of met
Beste meneer of mevrouw,
Slide 8 - Diapositive
Je schrijft iets aardigs op en dan eindig je met:
Vrolijke kerstgroeten van:
of
Fijne feestdagen van:
Slide 9 - Diapositive
Beste meneer of mevrouw,
Ik wens u fijne feestdagen!
Vrolijke kerstgroeten van: naam
Boterdiep 5
8032 XW Zwolle
Vergeet je de achterkant niet mooi in te kleuren!
De juf verzamelt de kaarten.
We kunnen met per klas naar het bejaardentehuis lopen om kaartjes af te geven. Gaan we ook nog even zwaaien naar de mensen.
Slide 10 - Diapositive
Je mag het adres van de school vermelden onder je naam,