Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
3.4: Christendom in het Romeinse Rijk
Slide 1 - Diapositive
Zet de woorden bij de juiste cultuur.
Grieks-Romeinse cultuur
Germaanse cultuur
drinken wijn
Leven vooral van de landbouw.
Heilige bomen
Steden
rekenen
Jupiter
vuur vereren
Bataven
Slide 2 - Question de remorquage
De Grieks Romeinse cultuur kon zich zo goed verspreiden omdat:
A
het de beste cultuur van die tijd was
B
de Grieken met hun kolonisatie in heel Europa kwamen
C
de meeste volken niet over een eigen cultuur beschikten
D
de Romeinen veel gebied veroverden
Slide 3 - Quiz
Twee Romeinse verbeteringen aan de bestaande Griekse bouwkunst zijn..
A
Boogcontructie en beton
B
Boogconstructie en tuinversieringen
C
Beton en tuinversieringen
D
Geen. Ze hebben echt alles overgenomen
Slide 4 - Quiz
Leerdoelen:
Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen monotheïstische en polytheïstische godsdiensten
Je kunt uitleggen hoe het Christendom ontstond en de belangrijkste kenmerken noemen
Je kunt uitleggen hoe het Christendom zich in de late Oudheid ontwikkelde
Slide 5 - Diapositive
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst.
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Waarom hadden de Romeinen zoveel verschillende goden?
Slide 8 - Diapositive
Tegenwoordig zijn de drie grootste godsdiensten ter wereld allemaal monotheïstisch. Welke drie zijn dat?
Slide 9 - Diapositive
Het Jodendom
Het Jodendom is tweeduizend jaar voor christus ontstaan
Zij geloven in één God, de eerste monotheïstische godsdienst
In het heilige boek, de Tenach, staat dat er een Messias zal komen
Slide 10 - Diapositive
Christendom
Jezus van Nazareth
Vertelde aan de mensen dat ze menslievend, verdraagzaam, vergevingsgezind, vrijgevig en eenvoudig moesten zijn.
Hij vertelde ook over de hemel.
Slide 11 - Diapositive
Het christendom
Sommige Joodse leiders vonden Jezus een onruststoker: bedreiging voor hun positie.
Slide 12 - Diapositive
Het christendom
Ze klaagden over Jezus bij de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus.
Jezus werd gearresteerd en werd in het jaar 30 gekruisigd.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Het christendom
De volgers van Jezus besloten om zijn verhaal te gaan vertellen in de wereld en zij zeiden dat hij de verlosser/messias was waar ze op gewacht hadden
Christenen reisden door het Romeinse rijk om over hun geloof te vertellen.
Vooral bij de armen sloeg de boodschap van Jezus aan: uitzicht op een beter leven na de dood.
Iedereen is gelijk!
Zo ontstond het Christendom
Slide 15 - Diapositive
Romeinen en het christendom
In het begin zagen de Romeinse bestuurders de christenen als een ongevaarlijke Joodse groep.
Dit veranderde toen steeds meer mensen zich bekeerden.
Daarbij weigerden christenen om de Romeinse keizer als god te vereren.
Het christendom werd verboden en de christenen vervolgd.
Slide 16 - Diapositive
Wat betekent dit symbool?
Slide 17 - Diapositive
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.
ἰ Jezus
χ Christus
θ Zoon van
ύ God
ς Onze redder
ICHTHUS = VIS
Slide 18 - Diapositive
Vervolgingen
Onder keizer Nero begonnen (54 - 68).
Christenen werden gekruisigd, verbrand en voor de leeuwen gegooid.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Vervolgingen
Het aantal christenen nam toch toe.
Keizer Constantijn stopte in 313 met de vervolgingen.
Het christendom was weer toegestaan.
Slide 21 - Diapositive
Keizer Constantijn
Liet kerken bouwen.
Benoemde christenen in bestuursfuncties.
Ging zelf ook als christen leven.
Na zijn dood werd het christendom steeds belangrijker.
Eind 4e eeuw verklaarde keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst: christendom was verplicht en andere geloven verboden.
Slide 22 - Diapositive
Wat is een monotheïstisch geloof?
A
Een geloof in één god
B
Het geloof in meerdere goden.
Slide 23 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een monotheïstisch geloof?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
alle drie de antwoorden zijn juist
Slide 24 - Quiz
Welke stelling over de drie wereldgodsdiensten klopt?
A
Het jodendom is het oudste geloof
B
Het christendom is het jongste geloof
C
De Islam is een polytheïstische godsdienst
D
Het christendom is ontstaan uit het islamitisch geloof
Slide 25 - Quiz
Sleep het geloof naar de juiste plaats
MONOTHEÏSME
POLYTHEÏSME
Slide 26 - Question de remorquage
Welke zin past niet bij christenen?
A
Jezus Christus
B
christendom
C
leven volgens Gods regels
D
keizer vereren
Slide 27 - Quiz
Waarom wilden veel mensen wel Christelijk worden?
A
Het was een geloof met veel mooie verhalen
B
Het was een geloof voor iedereen. Ook arme mensen
C
Als je Christelijk werd betaalde je minder belasting
D
1 God is lekker makkelijk met bidden
Slide 28 - Quiz
Wie veroordeelde Jezus tot kruisiging?
A
Constantijn
B
Julias Ceasar
C
Nero
D
Pontius Pilatus
Slide 29 - Quiz
Welke Romeinse keizer liet de christenen heftig vervolgen?
A
Theodosius
B
Constantijn
C
Nero
D
Augustus
Slide 30 - Quiz
Keizer Nero en de christenen
A
Hij zette alle christenen gevangen
B
Gebruikte ze als tuinverlichting
C
Moesten als slaaf werken in zijn paleis
D
Hij stuurde alle christenen terug naar Israël
Slide 31 - Quiz
In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.