Wat is het verschil tussen allopatrische en sympatrische soortvorming?
Wat houdt de eilandtheorie van Darwin in?
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Vandaag
Hoe kan een nieuwe soort ontstaan?
Wat is reproductieve isolatie?
Wat is het verschil tussen allopatrische en sympatrische soortvorming?
Wat houdt de eilandtheorie van Darwin in?
Slide 1 - Diapositive
Pinguins op de Galapagos
Slide 2 - Diapositive
Opdracht
Waarom zouden er pinguins voorkomen op de Galapagos eilanden?
Hoe zien deze pinguins er uit?
Slide 3 - Diapositive
Genetic drift
Door kleine populaties kunnen allelfrequentie veranderingen door toeval optreden.
Als een selecte groep migreert en alleen recessieve genen heeft...(Founder effect) Of als een grote groep uitsterft en de overlevers vooral een recessief gen hebben (Bottleneck)
Slide 4 - Diapositive
Founder effect - Amish
gemeenschap van kleine groep kolonisten
gen voor polydactylie (extra vinger of teen)
buitenstaanders niet toegelaten tot groep
genetisch geisoleerd
polydactylie veel voorkomend bij Amish
Slide 5 - Diapositive
Veranderingen in allelfrequentie
Bottleneck effect
Gene flow
Founder effect
Slide 6 - Diapositive
Founder effect
Bottleneck event
Slide 7 - Diapositive
Ontstaan van nieuwe soorten
Door natuurlijke selectie kan een populatie na een tijd veranderen. Zo werd de populatie motten tijdens de industriële revolutie zwart.
Maar hoe ontstaan dan nieuwe soorten? --> Doordat soorten van elkaar geisoleerd raken
Slide 8 - Diapositive
Allopatrische soortvorming
Slide 9 - Diapositive
Sympatrische soortvorming
Ander baltsgedrag Ander paringsseizoen
Slide 10 - Diapositive
Allopatrische soortvorming (Te ver weg om te paren)
Sympatrische soortvorming (Dichtbij genoeg, maar werkt niet)
Slide 11 - Diapositive
In India komen leeuwen en tijgers samen voor. Deze kunnen samen lijgers krijgen. Waarom zijn het andere soorten? Welke vorm van soortvorming speelt hier?
Slide 12 - Question ouverte
Eilandtheorie
Charles Darwin ging naar de Galapagoseilanden en zag daar 14 verschillende vinken, die erg op elkaar lijken.
Veel nieuwe soorten aangetroffen!
Slide 13 - Diapositive
Waarom op eiland meer nieuwe soorten?
- Geografische Isolatie: Soorten op een eiland zijn afgescheiden van de soorten op het vaste land.
- Genetic Drift: Kleine leefomgeving dus toeval speelt een grote rol.
- Nieuwe milieu omstandigheden: andere leefomgeving dan op het vaste land.
Slide 14 - Diapositive
Eilandtheorie
Eilandtheorie voorspelt hoeveel soorten er op een eiland kunnen leven.
- Groter eiland: meer ruimte en niches
- Kleiner eiland: meer extinctie
- Dichtbij vaste land: meer immigratie
Immigratie: nieuwe soort vestigt zich
Extinctie: soort sterft uit
Welk eiland meeste soorten?
Welk eiland minste?
VS -->
Slide 15 - Diapositive
Welk eiland heeft de meeste soorten?
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg
Slide 16 - Quiz
Op welk eiland wisselen de soorten het snelst? (Is dus de meeste immigratie & extinctie)
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg
Slide 17 - Quiz
Eilandtheorie
Darwin ontdekte dat hoe groter het eiland, hoe meer soorten er voorkwamen. En hoe verder van vaste land, hoe minder soorten.
Effect afstand tot vaste land.
Effect grootte van een eiland
Slide 18 - Diapositive
Eilandtheorie
Soort past zich snel aan eiland aan
Aantal soorten op eiland bepaald door:
- Immigratie (vestiging van soorten) - Extinctie (uitsterven)
Weinig soorten zorgt voor vestiging nieuwe soorten
Meer soorten geeft concurrentie en uitsterving
Slide 19 - Diapositive
Eilandbiogeografiemodel
Invloed van afstand tot vasteland op aantal soorten
Invloed van grootte van eiland op aantal soorten
Kleiner eiland -> minder voedsel, sneller extinctie bij zelfde aantal soorten
Meer afstand -> minder immigratie
Slide 20 - Diapositive
Eilandtheorie
Hoeveel soorten er voorkomen hangt af van het evenwicht tussen immigratie en extinctie. Hoeveel soorten overleven in een eiland, hangt af van hoe groot het is, en immigratie van afstand tot het vaste land.
Slide 21 - Diapositive
Op welk waddeneiland zou je volgens de eilandtheorie je de meeste soorten, Texel, Ameland of Terschelling vinden? Verklaar met de eilandtheorie (BINAS 93C)
Slide 22 - Question ouverte
Wat is genetic drift?
A
verschijnsel dat in kleine populaties door toeval grote verschuivingen in allel frequenties optreden
B
Organismen best aangepast aan hun omgeving geven genen door
C
invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
D
Het ontstaan van meerdere soorten door geografische scheiding
Slide 23 - Quiz
Welke soortvorming is dit?
A
Allopatrisch
B
Sympatrisch
Slide 24 - Quiz
Hoe kwamen de pinguins op de Galapagos en hoe zien ze er uit?
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Vidéo
Opdrachten maken
86, 87, 89, 91, 94, 97, 98
Slide 27 - Diapositive
Les 2:
Herhalen Eilandtheorie & Soortvorming aan de hand van vragen. DAarna samen oefenen
Slide 28 - Diapositive
In Ierland hebben meer mensen dan in de rest van de wereld CF. Hoe kan dat?
Slide 29 - Question ouverte
Veel mensen vinden dat honden en wolven dezelfde soort zijn. Waarom zijn het volgens biologen toch andere soorten?
Slide 30 - Question ouverte
1. Waar is dit een voorbeeld van? 2. Leg uit wat er hier zal gebeuren.
Slide 31 - Question ouverte
Vlakbij een continent zijn verschillende eilanden. De drie dichtbij het land zijn klein met veel regenwoud. Iets verderop ligt een groter eiland. Waar zullen de meeste soorten voorkomen?