Les 2 watching & adjectives/adverbs (HV)

WELCOME
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

WELCOME

Slide 1 - Diapositive

What's the plan?
- Goals
-Grammar adjectives/adverbs

- Homework (for this lesson)

Slide 2 - Diapositive

Goal
- I know something about the belfast busking band
- I know what an adjective and adverb is

Slide 3 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het mooie meisje                 The beatiful girl
Een makkelijk vak                  An easy subject
De fantastische show         The fantastic show
Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

Slide 5 - Diapositive

Wat is een bijwoord?

Slide 6 - Carte mentale

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.   (actie in de zin).

Madonna sings beautifully. ("beautifully" zegt iets over "sings".)

Een werkwoord is iets wat je kunt doen.

Hoe maak je een bijwoord?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Your turn...
Kijk de korte clip van Pirates of the Caribbean en schrijf enkele bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden op die je herkent. Bijvoorbeeld:

A red hat                                      Jack runs funny
The scary pirate                        It went terribly wrong    



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke zinnetjes heb je bedacht?

Slide 11 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
It is a beautiful ship.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 12 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Jack falls beautifully.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

How did it go?
Doel: aan het einde van de les weten we wat het verschil is tussen een adverbs en adjective..

Slide 15 - Diapositive

Ik weet het verschil tussen een adverb en adjective en kan deze toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
met hulp

Slide 16 - Quiz

What is long in the following sentence?

Jacks has long hair

A
Long is an adjective
B
Long is an adverb

Slide 17 - Quiz

Homework
Do: 
Watching A. The Belfast Busking Band
ex. , 6, ,8
Study:
- Vocabulary
A. Watching

Slide 18 - Diapositive