2.4 Schrijven en formuleren - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel

Slide 1 - Diapositive

Lekker lezen
Pak je schrift en begin met lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen



timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Hoe was je kerstvakantie?



* gebruik 2 beoordelingswoorden
* gebruik een opsomming of
   een tegenstelling

Startopdracht

Slide 3 - Diapositive

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Slide 4 - Diapositive

Check
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Sondage

2.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je:

• hoe je een nieuwsbericht schrijft;
• hoe je kunt variëren in zinsbouw en woordkeuze.

Slide 6 - Diapositive

Formeel of informeel
Weet je het nog?

Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.

Slide 7 - Diapositive

Weet je het nog?
Een zakelijke brief schrijf je volgens een vaste indeling.

inleiding
• Je vertelt waarom je de brief schrijft: de aanleiding.
• Je vertelt ook wat je wilt: het doel van je brief.

kern
• Je legt uit wat je precies wilt weten of je geeft zelf informatie. Hierbij kun je de 5W1H-vragen gebruiken.
• De kern kan meer alinea’s hebben: voor elk deelonderwerp gebruik je één alinea.

slot
• Je schrijft in de laatste alinea wat je van de lezer wilt.
• Je kunt de lezer ook bedanken voor de moeite of de aandacht.

Slide 8 - Diapositive

Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail). Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.

• Bespreek in elke alinea één deelonderwerp.

• Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.


Slide 9 - Diapositive

Talent  blz. 34

Maak aantekeningen, schrijf moeilijke woorden op en noteer de begrippen
Instructie en Aantekeningen

Slide 10 - Diapositive

Nieuwsbericht
regels:L
•Houd het bericht kort.
 Wel: alle belangrijke feiten. 
 Niet: onbelangrijke details.
• Schrijf over één onderwerp.
Geef antwoord op de 5W1H-vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
• Schrijf de belangrijkste feiten in de inleiding.
• Geef het bericht een korte, duidelijke titel.
• Schrijf alleen over feiten, geef niet je mening.

Slide 11 - Diapositive

Woordkeuze en zinsbouw variëren
Een tekst leest prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt, maar je woordkeuze varieert. Je gebruikt dan:
een verwijswoord: Rens stemt op GroenLinks, want hij vindt het klimaat belangrijk.
een synoniem: De leerlingen van 2B ging op schoolreis. Dit uitstapje was een leuke dag.
een omschrijving: Fayza pakt de zesteur. Met dit keukengereedschap schraapt ze snippers van de citroenschil.

Een tekst leest ook prettig door afwisseling in de zinsbouw. Dat is de woordvolgorde in een zin. Begin bijvoorbeeld niet elke zin met ‘Ik ...’, of ‘Toen ...’. Begin ook niet elke zin met hetzelfde zinsdeel, bijvoorbeeld het onderwerp.

Slide 12 - Diapositive

Aan het werk!

Ik wil graag nog meer uitleg
Ik ga de opdrachten uit het boek maken.
NUMO

Slide 13 - Sondage

Slide 14 - Lien

Nakijken
Herhaling H1
Wat?
maken opdr. 1 t/m 4
maken opdr. 8 schrijftaak
Hoe?
Eerst de opdracht goed lezen.
Daarna de vragen beantwoorden in je werkboek .
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
numo/lezen
Opdracht 
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

2.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf heb je geleerd:

• hoe je een nieuwsbericht schrijft;
• hoe je kunt variëren in zinsbouw en woordkeuze.

Slide 16 - Diapositive

HOE GING HET DEZE LES?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Bij de les?

-Alles af?

- Vragen?
Volgende les:

-

Slide 18 - Diapositive