3.4 Schrijven en formuleren-Talent

Nederlands klas 1

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 1

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel

Slide 1 - Diapositive

Nederlands
Lekker lezen...

Pak je spullen op tafel
Ga lekker lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen


timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Fictiedossier
Je leest een boek,
je kiest een opdracht, 
je levert de opdracht in (SOM)

elke woensdag check of het allemaal lukt

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
Stukje voorlezen uit .....

wat is het genre?
wat is je mening over het boek?
(beoordelingswoorden, argumenten)


timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


  • Pak je spullen op tafel bij binnenkomst
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Slide 6 - Diapositive

Check
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

3.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je:

* hoe je een verslag schrijft
* hoe je 5W1H-vragen gebruikt
* hoe je verwijswoorden gebruikt

Slide 8 - Diapositive

Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail). 
Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.


* Maak gebruik van witregels.
* Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.



Slide 9 - Diapositive

Formeel en informeel
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal.

 Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.



Slide 10 - Diapositive

Verslag - check + voorbeelden
1. maak je schrijfplan (5W1H)
(wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)
2. inleiding (onderwerp)/ kern (opsomming) 
en schrijf in de verleden tijd
3. naam onder je verslag
4. titel boven je verslag
5. check je spelling

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

Talent Schrijven 3.4 blz. 152

Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
Instructie en aantekeningen

Slide 15 - Diapositive

Verslag schrijven

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld

Slide 17 - Diapositive

Verwijswoorden

Slide 18 - Diapositive

 schrijven & formuleren 3.4
opdr. 9 en 10
Maak een woordspin.
Bedenk een onderwerp
Schrijf het onderwerp op een papier en
 zet er een cirkel om. 
Schrijf de 5W1H vragen erom heen...
timer
5:00

Slide 19 - Diapositive

Aan het werk!
Hoe pak jij het deze les aan?
Ik wil graag nog meer hulp/uitleg
Ik ben klaar, ik ga lezen
Ik ben klaar, ik ga NUMO maken

Slide 20 - Sondage

Vorige les
verslag...?
Wat?
maak je verslag af + inleveren (opdr. 11)
Hoe?
Lees eerst de opdracht goed door.
Beantwoord daarna de vragen in je werkboek. (op papier)
Hulp
Vraag? Steek je vinger op. Je mag ook overleggen.
Tijd
Timer
Klaar?
NUMO sprongtoets verder werken (1F)
Aan het werk
timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Wat heb je geleerd in
deze paragraaf?

Slide 22 - Carte mentale

3.4 Schrijven en formuleren
Na deze paragraaf weet je

* hoe je een verslag schrijft
* hoe je 5W1H-vragen gebruikt
* hoe je verwijswoorden gebruikt

en kun je een verslag schrijven met de 5W1H en verwijswoorden

Slide 23 - Diapositive

Hoe is het deze les gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Bij de les?


Vragen?

Heb je alles af?



Volgende les

3.5 Woorden

Slide 25 - Diapositive