1TL periode 2 les 4

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen

Was machen wir heute?

Wiederholung 

Grammatik

Aufgaben (selbständig)

Abschluss 

Lernziele

• Ik ken de Duitse lidwoorden der, die, das
• Ik kan vertellen welk lidwoord een zelfstandig naamwoord heeft én ik kan uitleggen waarom. 

Duits: der, die, das...

Let op!

Zelfstandige naamwoorden met een meervoud krijgen altijd het lidwoord 'die'.

die Kinder

die Eltern

die Süßigkeiten

Kennst du die Regeln? 

der, die of das?

1. Kijk naar het woord/plaatje en denk na: is het der, die of das?

2. Steek je hand op als je het weet. (Laat iedereen nadenken!)

3. Je moet ook kunnen zeggen waarom het der, die of das is.

der Lehrer

Waarom?

Het is een mannelijke persoon

Het kan ook die Lehrer zijn als het meervoud is 

die Schule

Waarom?

Bij de meeste woorden die eindigen op  -e, gebruik je die

das Buch

Waarom?

de meeste het- woorden zijn das in het Duits

die Freundschaft

Waarom?

woorden die eindigen op -schaft zijn die

der Winter

Waarom?

seizoenen zijn der

die Verletzung

Waarom?

Woorden, die eindigen op -ung zijn die

der Montag

Waarom?

Bij dagen van de week gebruik je altijd der

An die Arbeit!

Wat: Aufgaben 17 t/m 21, 14 t/m 16

Wie: alleen

Hoe: in stilte

Hulp: Lernlisten (S. 100/101), groene blokje (S. 82) en Arbeitsanweisungen (S. 195)

Klaar? Laat je werk controleren!  

Rückblick

Lernziele

• Ik ken de Duitse lidwoorden der, die, das
• Ik kan vertellen welk lidwoord een zelfstandig naamwoord heeft én ik kan uitleggen waarom.