Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands!
Periode 3
Slide 1 - Diapositive
Taalfamilies Zoek de vier fouten. Talen van de wereld lijken soms op elkaar, omdat ze van eenzelfde taal afstamme. Je kunt talen daardoor indelen in ‘taalfamilies’. Talen binnen een taalfamilie zijn onderling verwant. Daarmee word bedoelt dat zij zich hebben ontwikkelt uit een gemeenschappelijke vooroudertaal.
Het Nederlands hoort, samen met bijvoorbeeld het Engels en het Duits, bij de West-Germaanse taalfamilie. Ook het Afrikaans hoort bij deze taalfamilie. Afrikaans is een van de officiële talen van Zuid-Afrika. Het is een dochtertaal van het Nederlands.
timer
1:30
Slide 2 - Diapositive
Taalfamilies Zoek de vier fouten. Talen van de wereld lijken soms op elkaar, omdat ze van eenzelfde taal afstammen. Je kunt talen daardoor indelen in ‘taalfamilies’. Talen binnen een taalfamilie zijn onderling verwant. Daarmee wordt bedoeld dat zij zich hebben ontwikkeld uit een gemeenschappelijke vooroudertaal.
Het Nederlands hoort, samen met bijvoorbeeld het Engels en het Duits, bij de West-Germaanse taalfamilie. Ook het Afrikaans hoort bij deze taalfamilie. Afrikaans is een van de officiële talen van Zuid-Afrika. Het is een dochtertaal van het Nederlands.
Slide 3 - Diapositive
Taalfamilies (vervolg) Zoek de zes fouten. Wanneer het Nederlands precies ontstondt, is onbekend. Wij spreekken het Nieuwnederlands, maar daarvoor werdt (voor 1170) het OudNederlands en daarna het Middelnederlands gesproken.
Het Middelnederlands werdt tussen 1170-1500 gesproken en word ook wel het Diets genoemt.
timer
1:30
Slide 4 - Diapositive
Taalfamilies (vervolg) Zoek de zes fouten. Wanneer het Nederlands precies ontstond, is onbekend. Wij spreken het Nieuwnederlands, maar daarvoor werd(voor 1170) het OudNederlands en daarna het Middelnederlands gesproken.
Het Middelnederlands werd tussen 1170-1500 gesproken en wordt ook wel het Diets genoemd.
Slide 5 - Diapositive
Welke vraag stel je eerst bij werkwoordspelling?
Slide 6 - Diapositive
Welke vraag stel je eerst bij werkwoordspelling?
Is het werkwoord een persoonsvorm / wat is de persoonsvorm?
Slide 7 - Diapositive
Neem over in je schrift:
Persoonsvorm Persoonsvorm Voltooid deelwoord Tegenwoordige tijd Verleden tijd
sterk / zwak
Slide 8 - Diapositive
Lekke band Zoek de vier fouten.
Weet je wat er vanmorgen gebeurt is? Ik pomptte mijn fietsband op en toen kreeg ik een klapband. Ik had dat nog nooit meegemaakt. Ik was heel verbaast.
Toen fietstte ik heel hard naar school. Helaas sprongen alle stoplichten op rood. Dat gebeurt normaal nooit.
timer
1:30
Slide 9 - Diapositive
Lekke band Zoek de vijf fouten.
Weet je wat er vanmorgen gebeurd is? Ik pompte mijn fietsband op en toen kreeg ik een klapband. Ik had dat nog nooit meegemaakt. Ik was heel verbaasd.
Toen fietste ik heel hard naar school. Helaas sprongen alle stoplichten op rood. Dat gebeurt normaal nooit.
timer
1:30
Slide 10 - Diapositive
Maak met elk werkwoord een zin van minimaal zes woorden. Je mag de vorm van het werkwoord niet veranderen.