Formuleren H3 - les 1

Formuleren H3
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Formuleren H3

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- afspraken online werken bij Nederlands
- doelen Formuleren
- korte uitleg
- samen oefenen
- zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Diapositive

afspraken
- les 1: uitleg formuleren H3 + oefenen + zelfstandig werken
- les 2: terugblik + oefentoets + zelfstandig werken
- les 3: vrij lezen (je krijgt een tekst van mij) of  extra uitleg toetsweek

-> Je logt iedere les in!
-> Niet aanwezig? -> absent in Magister
-> Huiswerk is op vrijdag af -> hv in Magister

Slide 3 - Diapositive

doel Formuleren H3
-Ik kan fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren.

Slide 4 - Diapositive

verwijswoorden
-> wijzen terug naar een woord dat eerder genoemd is

Slide 5 - Diapositive

veel voorkomende fouten
-> de- en het-woorden:
*Het meisje die daar staat.    ->  Het meisje dat daar staat.

-> mannelijk, vrouwelijk:
*De koninklijke familie dankt zijn status aan...  ->  haar status


Slide 6 - Diapositive

veel voorkomende fouten
-> hen, hun
*De leraar geeft hen de cijfers voor hun betoog.  ->   geeft hun

HUN -> bezittelijk voornaamwoord (hun huis, hun boeken)
           -> meewerkend voorwerp ZONDER voorzetsel 
                 (geeft hun de cijfers)
HEN -> na een voorzetsel (geeft de cijfers aan hen)
           -> lijdend voorwerp (ik heb hen gezien)


Slide 7 - Diapositive

veel voorkomende fouten
->waarnaar, naar wie, waarover, over wie, etc.
* Bij Nederlands mag je zelf een leerling kiezen waarnaast je wil     zitten.    ->  naast wie

Bij mensen :  vz + WIE  (van wie, over wie, voor wie, ...)
Bij dieren/dingen:  WAAR + vz    (waarvan, waarover, waarvoor,...)


Slide 8 - Diapositive

veel voorkomende fouten
->dat, wat :
* Het leukste dat ik gedaan heb. ->  het leukste wat

WAT -> onbepaald voornaamwoord, overtreffende trap, hele zin
DAT ->  zelfstandig naamwoord


Slide 9 - Diapositive

oefenen

Slide 10 - Diapositive

Het boek ... jaren geleden voor het eerste gedrukt werd, is nog steeds actueel.
A
dat
B
wat
C
die

Slide 11 - Quiz

Mijn ouders hebben een nieuwe auto gekocht, ... ik erg leuk vind.
A
dat
B
wat

Slide 12 - Quiz

De schrijver ... ik je onlangs vertelde, heeft een prijs gewonnen.
A
waarover
B
over wie

Slide 13 - Quiz

Wat heb je ... eigenlijk verteld?
A
hen
B
hun

Slide 14 - Quiz

In de middeleeuwen liet men kinderen bier drinken, omdat water gevaarlijk voor ... kon zijn.
A
hen
B
hun

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

doel Formuleren H3
-Ik kan fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren.

Slide 17 - Diapositive

weektaak
maken: hoofdstuk 3 Formuleren opdr 1 t/m 3

toetsweek: woe 13 t/m woe 20 januari
 toets Nederlands: maandag 18 januari

Slide 18 - Diapositive