Nederlands klas 1 periode 3 les 2 taak 31 opdracht 5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Programma

terugblik op de vorige les

signaalwoorden

kernzinnen/samenvatting maken

Doel van deze les

Je weet welke signaalwoorden bij welke tekstverbanden horen

Je kunt kernzinnen in een tekst onderscheiden

Je kunt hoofdzaken en bijzaken in een tekst onderscheiden

Je kunt met de kernzinnen een samenvatting van een tekst maken

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "tegenstelling"

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "opsomming".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "samenvatting".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "conclusie".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "vergelijking".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "toelichting/uitleg".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "voorwaarde".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "tijd/chronologie".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "Oorzaak-gevolg".

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "doel - middel"

Noem een signaalwoord bij het tekstverband "reden/verklaring".

Opdracht

Wat: opdracht 7 en opdracht 8 van taak 31

Hoe: zelfstandig

Tijd: 10 minuten

Hulp: je docent

Kernzin

De kernzin is de belangrijkste zin van de alinea. Dit kan de eerste zin zijn, maar ook de laatste zin. Soms kun je geen zin aanwijzen als kernzin. Je moet de kernzin dan zelf formuleren. 

Kernzin alinea 2

Kernzin alinea 3

Opdracht 

Wat: opdracht 5 van taak 31

Tijd: tot einde les

Hoe: zelfstandig

Hulp: je docent

Niet klaar: zie opdracht in Teams

Teams

1. opdracht 4 Zorgpolissen vergelijken
   
2. opdracht 5: Informatie uit een e-mail samenvatten
   
3. opdracht 6: een advertorial lezen
   
4. examentraining
   

Klik op "inleveren" als je de opdrachten hebt gemaakt.

Let op: te laat inleveren is niet toegestaan!

Welk cijfer geef je jezelf nu voor "signaalwoorden"?

010

Welk cijfer geef je jezelf nu voor "samenvatten"?

010