herhaling BS 1 t/m 4 voortplanting

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 2 - Diapositive

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 3 - Diapositive

Voortplantingsstelsel man

Slide 4 - Diapositive

Menstruatiecyclus

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waar hoort de penis bij?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 7 - Quiz

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

De borsten (cup B) van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 9 - Quiz

Waar hoort lichaamsbeharing bij?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 10 - Quiz

Penis en balzak
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 11 - Quiz

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 12 - Quiz

Welke geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de puberteit?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secondaire geslachtskenmerken

Slide 13 - Quiz

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 14 - Quiz

Schaamhaar, okselhaar en meer zweet en talgklieren zijn:
A
Tertiaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken van de vrouw
C
Secundaire geslachtskenmerken van de man
D
Secundaire geslachtskenmerken van beide geslachten

Slide 15 - Quiz

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 16 - Quiz

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 17 - Quiz

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
Geslachtskenmerken die al vanaf de geboorte aanwezig zijn
B
Geslachtskenmerken die vanaf rond je 10e jaar gaan ontwikkelen.

Slide 18 - Quiz

Twee kenmerken van een man zijn: een balzak en een lage stem.
Welk(e) van deze kenmerken is of zijn een secundair geslachtskenmerk?

A
Alleen de balzak. Alleen de lage stem. alleen de balzak
B
alleen de lage stem
C
de balzak en de lage stem

Slide 19 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 21 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 22 - Quiz


Judith slikt de pil. Vindt er bij haar nog de ovulatie plaats? En menstruatie?
A
Wel ovulatie; wel menstruatie
B
Wel ovulatie; geen menstruatie
C
Geen ovulatie; wel menstruatie
D
Geen ovulatie; geen menstruatie

Slide 23 - Quiz

Wat is de ovulatie
A
Menstruatie
B
Ongesteldheid
C
Eisprong

Slide 24 - Quiz

In de menstruatiecyclus is dag 1
A
De eisprong
B
Begin van de menstruatie
C
Eind van de menstruatie

Slide 25 - Quiz

Tijdens de menstruatie wordt het slijmvlies van de baarmoeder dikker/ dunner .

A
dikker
B
dunner

Slide 26 - Quiz

Een vrouw is vruchtbaar vanaf haar eerste menstruatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Tijdens deze fase van de menstruatiecyclus wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken
A
Ovulatie
B
Menstruatie

Slide 28 - Quiz

Wordt bij een menstruatie de spierlaag van de baarmoederwand afgebroken?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 30 - Quiz

Op welke dagen van een menstruatiecyclus kan geslachtsgemeenschap leiden tot bevruchting van de eicel?
Van ongeveer drie dagen…
A
... voor de menstruatie tot één dag na de menstruatie.
B
... na de ovulatie tot één dag voor de menstruatie.
C
... na de menstruatie tot één dag voor de ovulatie.
D
... voor de ovulatie tot één dag na de ovulatie.

Slide 31 - Quiz

Tijdens de menstruatie komt een eicel vrij uit de eierstok
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Een vrouw is vruchtbaar vanaf haar eerste menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz