Les 1 H2 formuleren: verwijzen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Goedemiddag! :)

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• H2 formuleren: verwijzen naar de- en het-woorden
• Sinterklaasgedicht /
  
• Maken: opdracht 2 t/m 4 of ga aan de slag met opdracht 1 van het schrijfdossier op de laptop
  
• Les afsluiten

Lesdoelen voor vandaag

• Aan het eind van de les weet ik wat een woordgeslacht is
• Aan het eind van de les weet ik wat een verwijswoord is
• Aan het eind van de les weet ik welke verwijswoorden in moet gebruiken bij de- en het-woorden.

Voorkennis

Wat is juist? Het meisje dat/die daar loopt.

1. dat
2. die

Hoe weet je wanneer je die of dat moet gebruiken?

Welke stelling is waar denk je?

1. Een woord is mannelijk of vrouwelijk.
2. Een woord is mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

Hoe zou je erachter kunnen komen welk geslacht een woord heeft?

Theorie H2 (aantekening)

Opdracht blz. 62/63

Aan de slag!

Maken: opdracht 2 t/m 4 (huiswerk voor donderdag) of ga aan de slag met opdracht 1 van het schrijfdossier op de laptop.

Klaar? Lees uit je leesboek.

Les afsluiten

Ik weet wat een woordgeslacht is.

😒🙁😐🙂😃

Ik weet wat een verwijswoord is.

😒🙁😐🙂😃

Ik weet welke truc ik kan toepassen om te achterhalen welk verwijswoord ik moet gebruiken.

😒🙁😐🙂😃