Paragraaf 2.3

Paragraaf 2.3
Planning
Uitleg 2.3 en practicum.

Leerdoelen
Het tekenen van schakelingen
Het meten van spanning en stroom
Begrip weerstand en geleidbaarheid
Rekenen met de wet van Ohm.
Wat is een ohmse en  niet ohmse weerstand.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.3
Planning
Uitleg 2.3 en practicum.

Leerdoelen
Het tekenen van schakelingen
Het meten van spanning en stroom
Begrip weerstand en geleidbaarheid
Rekenen met de wet van Ohm.
Wat is een ohmse en  niet ohmse weerstand.

Slide 1 - Diapositive

Aanvullen Tabel
Met R, U, I, G

Slide 2 - Diapositive

Schakeling tekenen

Slide 3 - Diapositive

Wisselschakelaar

Slide 4 - Diapositive

Wet van Ohm

Slide 5 - Diapositive

Eenheid:
Siemens
      (S)

Slide 6 - Diapositive

I = 5,0 A en U = 12 V
Hoe groot is de weerstand?

Slide 7 - Question ouverte

2 mogelijkheden voor weerstand
Stroomkring wordt aangesloten op spanningsbron. 
Stroom gaat lopen door weerstand. Hierdoor stijgt de temperatuur in de stroomkring
  1. Waarde weerstand blijft constant: ohmse weerstand
  2. Waarde weerstand wordt groter: niet-ohmse weerstand

Slide 8 - Diapositive

Ohmse weerstand
Deze weerstand is ohms:

Rechtevenredig verband: dus R heeft een vaste waarde.

Slide 9 - Diapositive

Niet-ohmse weerstand
De weerstand is niet constant.

Reken R uit bij 1 V en bij 5 V conclusie is dus:

Slide 10 - Diapositive

U, I en R wat betekenen ze?
Spanning (U) - Volt (V) - Voltmeter
U
Stroomsterkte (I) - Ampère (A) - Ampèremeter
I
Weerstand (R) - Ohm (Ω) 

R

Slide 11 - Diapositive




PRACTICUM

Slide 12 - Diapositive