De past simple is om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd maar nu is afgelopen!
In het Nederlands verander je de stam zodat het past bij de tijd waarover je schrijft - Ik lees nu....Ik las gisteren
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Past simple
De past simple is om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd maar nu is afgelopen!
In het Nederlands verander je de stam zodat het past bij de tijd waarover je schrijft - Ik lees nu....Ik las gisteren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
VOORBEELDEN PAST SIMPLE
als bevestiging
- I was in London last year. (be)
- We saw this film last night. (see)
- They bought the same dress yesterday. (buy)
- I worked really hard last year (work)
Slide 3 - Diapositive
VOORBEELDEN PAST SIMPLE
als ontkenning
- I was not in London last year. (be)
- We didn't see this film last night. (see)
- They didn't buy the same dress yesterday. (buy)
- I didn't work hard last year (work)
Slide 4 - Diapositive
VOORBEELDEN PAST SIMPLE
als vraag
- Was I in London last year? (be)
- Did we see this film last night ?(see)
- Did they buy the same dress yesterday? (buy)
- Did I work hard last year? (work)
Slide 5 - Diapositive
Hopelijk viel je het volgende op...
Er staat vaak een tijdsbepaling in zoals yesterday, last week.
Bij bevestigende zinnen krijgt de stam -ed of verandert in de 2de vorm
Bij ontkennende zinnen komt didn't erbij en de stam blijft hetzelfde
Bij vragend zinnen begin je met Did en de stam blijft hetzelfde
Met de werkwoord behoef je de bovenste regels niet te volgen en alleen was of were gebruiken.
Viel het je niet op... kijk terug na de voorbeelden.
Slide 6 - Diapositive
Wanneer je het niet begrijpt kijk thuis eens rustig naar het filmpje in de volgende dia.
Wanneer je het wel begrijpt, probeer de oefenzinnen door op de link te klikken in de dia daarna.
Slide 7 - Diapositive
www.engelsgemist.nl
Slide 8 - Lien
www.englisch-hilfen.de
Slide 9 - Lien
PRESENT PERFECT
Je gebruikt de present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds bezig, om te praten over ervaringen en om te zeggen dat iets is gebeurd waar je nog steeds resultaat van merkt.
In het Nederlands gebruik je een vorm van hebben en een voltooid deelwoord ...Ik heb gevoetbald
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
VOORBEELDEN VAN PRESENT PERFECT als bevestigende zin
- My father has lived in Rome for two years. (live)
- I have been in New York for a week. (be)
- They have known each other since 2013. (know)
Slide 12 - Diapositive
VOORBEELDEN VAN PRESENT PERFECT als ontkennende zin
- My father has not lived in Rome for two years. (live)
- I have not been in New York for a week. (be)
- They have not known each other since 2013. (know)
Slide 13 - Diapositive
VOORBEELDEN VAN PRESENT PERFECT als vragende zin
- Has my father livedin Rome for two years? (live)
- Have I beenin New York for a week? (be)
- Have they knowneach other since 2013? (know)
Slide 14 - Diapositive
Hopelijk viel je het volgende op...
Er staat vaak forof since in de zin.
Er komt have (I, you, we, they) of has (he,she, it) er in voor.
Bij bevestigende zinnen krijgt de stam -ed of verandert in de 3de vorm
Bij ontkennende en vragende zinnen komt not erbij en de stam blijft hetzelfde Viel het je niet op... kijk terug na de voorbeelden.
Slide 15 - Diapositive
Wanneer je het niet begrijpt kijk thuis eens rustig naar het filmpje in de volgende dia.
Wanneer je het wel begrijpt, probeer de oefenzinnen door op de link te klikken in de dia daarna
Slide 16 - Diapositive
www.engelsgemist.nl
Slide 17 - Lien
www.englisch-hilfen.de
Slide 18 - Lien
Even kort samengevat
Bij de Past Simple is het dus al afgelopen en bij de Present Perfect is het nog bezig of van toepassing
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
De vraag is of kunt zien aan een Engelse zin of je de Past Simple of Present Perfect nodig heb en hoe je die schrijft.
Kijk naar het volgende film voor een makkelijk vergelijking.
Is je Engels vrij goed...kijk naar het tweede filmpje.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Vidéo
Nu ga je testen of je het verschil kunt zien...
Slide 24 - Diapositive
The police ____ (arrest) two people early this morning.
A
arrested
B
have arrested
C
has arrested
D
arrest
Slide 25 - Quiz
She____(go) to Japan but now she____ (come) back.
A
go / come
B
went / came
C
went / has come
D
has gone / came
Slide 26 - Quiz
Dan ____ already ____(buy) two tablets this year.
A
did bought
B
have bought
C
has buyed
D
has bought
Slide 27 - Quiz
How many games ____your team____ (win) this season?
A
did won
B
has won
C
has win
D
has winned
Slide 28 - Quiz
____you____ (visit) the CN Tower when you ____ (stay) in Toronto
A
Did you visit / stay
B
Did you visit / stayed
C
Have you visited / stayed
D
Have you visit / stayed
Slide 29 - Quiz
____ you ____(do) your homework yet? Yes I ____(finish) it an hour ago!
A
Did you do / finish
B
Did you do/ finished
C
Have you done / finished
D
Have you done / finish
Slide 30 - Quiz
There____(be) an accident in High Street, so we have to use King Street to get to your school.
A
has been
B
was
C
were
D
have been
Slide 31 - Quiz
I ____(not see) Peter since I ____(arrive) last Tuesday.
A
did not see / have arrived
B
have not seen / arrived
C
did not saw / arrived
D
have not seed / arrived
Slide 32 - Quiz
Frank ____ (get) his bike last May. So he ____ (have) it for 4 months.
A
getted / had
B
had got / had
C
got / has had
D
got / has have
Slide 33 - Quiz
I'm sorry, I ____ (not write) earlier, but I ____ (be) busy recently.
A
haven't written / have be
B
didn't write / did be
C
hasn't written / have been
D
haven't written / have been
Slide 34 - Quiz
Did you get it? Well done!
Still find it difficult? Look back at the information and then try the links in the next two frames (dia's!)