Je kunt de hoofdregels van het meervoud voor zelfstandig naamwoorden gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Grammatik: meervoud zelfstandig naamwoorden
boek op bladzijde 81!
Slide 4 - Diapositive
Wat is het juist lidwoord van...
.... Schüler
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 5 - Quiz
Wat is het juist lidwoord van...
...Freiheit
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 6 - Quiz
Wat is het juist lidwoord van...
... Männchen
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 7 - Quiz
Wat is het juist lidwoord van...
... Frage
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 8 - Quiz
Wat is het juist lidwoord van...
...Pferd (=paard)
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 9 - Quiz
Wat is het juist lidwoord van...
... Löwe (=leeuw)
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 10 - Quiz
Wat is het juist lidwoord van...
... Kuh
A
mannelijk (der)
B
vrouwelijk (die)
C
onzijdig (das)
D
meervoud (die)
Slide 11 - Quiz
De regels voor meervoud
Het lidwoord die bij meervoud is altijd die
Slide 12 - Diapositive
Let op
Bij vrouwelijke en onzijdige woorden treedt net als in het Nederlands een verdubbeling van de n. Voorbeeld:
--> de vriendin - de vriendinnen = die Freundin, die Freundinnen
Als een vrouwelijk woord eindigt op -e, -el, -er, krijgt het meervoud alleen een -n. Voorbeeld: die Cousine, die Cousinen, die Schwester, die Schwestern
Bij de ''au'' komt de Umlaut op 'a'. Voorbeeld: der Maus - die Mäuse
Bij samengestelde woorden komt Umlaut op laatste woord: Urlaubsgrüße