H2 -K3 Grammatik herhaling der,die,das en meervoud

H2 - Woche 47 - Stunde 2
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 - Woche 47 - Stunde 2

Slide 1 - Diapositive

Planung

Wiederholung Kahoot
  • het geslacht van zelfstandig naamwoorden
  • meervoud zelfstandig naamwoorden

Selbstständig arbeiten:
  • Online: Wiederholung (WHA) 3
  • Lernen Prüfung Grammatik 1

Evaluation Lernziele



Ziele

  • Je kunt de hoofdregels voor het geslacht voor zelfstandig naamwoorden gebruiken. 

  • Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden.





 1 demeber = Prüfung Grammatik 1

Slide 2 - Diapositive

Inhalt Prüfung Grammatik 1
  • Kapitel 1 & 2 - E: Grammatik: Onregelmatige werkwoorden sein, haben o.t.t.

  • Kapitel 3 - E: Grammatik: Geslacht zelfstandig naamwoorden en meervoud zelfstandig naamwoorden 

  • Kapitel 4 - E: Grammatik: Zwakke werkwoorden o.t.t. + stam op d/t en sis-klank en voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Wiederholung (WHA) 3
Online machen: 
  • Wiederholung 3 (80% of >)
  • Hulpmiddel: Probeer zo veel mogelijk zonder boek te doen! Weet je het het echt niet, kijk in het leeroverzicht van K3 bij de Grammatik.
Zeit: diese Stunde
Fertig = 
  • Slim Stampen K3 afronden
  • Lernen Prüfung Grammatik 1 (zie som voor leerstof)

Slide 4 - Diapositive

Noteer het lidwoord: der, die, das
________ Freiheit
________ Löwin
________ Kantine
________ Wort
________ Übung
________ Löwe

leerdoel:
Je kunt de hoofdregels voor het geslacht voor zelfstandig naamwoorden gebruiken.  

Slide 5 - Diapositive

Noteer de meervoudvorm. Vergeet het lidwoord niet!
der Baum ---> _________________ 
die Kamera --> ________________
der Plan --> _________________
das Bein --> ________________ 
die Note --> ________________
die Freundin --> ______________
das Hobby -->  _______________
leerdoel:
Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden.
 

Slide 6 - Diapositive

nächste Stunde
Grammatik: haben, sein, werden & zwakke werkwoorden 


Slide 7 - Diapositive

De regels voor meervoud
1 Mannelijk (der)
Umlaut + e
(alleen  umlaut op a, u, o) 
der Ball - die Bälle
der Schritt - die Schritte
2 vrouwelijk (die)
+(e)n
die Straße - die Straßen, die Prüfung - die Prüfungen
3 Onzijdig (das)
+e
das Heft - die Hefte
4 Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -el, -en, -er blijven in het meervoud meestal onveranderd.
-
der Onkel - die Onkel
das Mädchen - die Mädchen
der Lehrer - die Lehrer
5 Veel woorden die eindigen op -a, -i, -0, -y
+s
das Handy - die Handys
die Oma - die Omas

Slide 8 - Diapositive

Opmerkingen
  • Bij vrouwelijke en onzijdige woorden treedt net als in het Nederlands een verdubbeling van de n of s op. Voorbeeld:
     de vriendin - de vriendinnen - die Freundin, die Freundinnen
     de gebeurtenis, de gebeurtenissen - das Ereignis, die Ereignisse

  • Als een vrouwelijk woord eindigt op -e, -el, -er, krijgt het meervoud alleen        een -n. Voorbeeld:  die Cousine, die Cousinen, die Schwester, die Schwestern 

  • Bij de ''au'' komt de Umlaut op 'a'. Voorbeeld: der Maus - die Mäuse

  • Bij samengestelde woorden komt Umlaut op laatste woord: Urlaubsgrüße

Slide 9 - Diapositive

der Stundenplan
Arbeite zu zweit. 

Eine stellt eine Frage anhand des Studenplans. Die Frage wird in einem Satz beantwortet mit angabe von Zeit, Fach und Tag.
Danach Rollen wechseln.

Bespiel:
Frage: Wann hast du Deutsch?
Antwort: Ich habe am Montag um fünf vor acht Deutsch. 
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

die Frau
A
die Fraue
B
die Frauen
C
die Fraun
D
die Fraus

Slide 11 - Quiz

der Baum
A
die Baume
B
die Bäume
C
die Baüme
D
die Baumen

Slide 12 - Quiz

das Foto
A
die Fotoe
B
die Fotos
C
die Foton
D
die Foto

Slide 13 - Quiz

die Lehrerin
A
die Lehrerinnen
B
die Lehrerinen
C
die Lehrerin
D
die Lehrerins

Slide 14 - Quiz

die Rose
A
die Rosen
B
die Roses
C
die Rose
D
die Rosennen

Slide 15 - Quiz

das Programm
A
die Progrämme
B
die Programme
C
die Programmen
D
die Programe

Slide 16 - Quiz

das Messer
A
die Messere
B
die Messeren
C
die Messer
D
die Messers

Slide 17 - Quiz

mannelijk
onzijdig
vrouwelijk
-s in het meervoud
e + "
+ (e)n
+ e
op -er/-el/-en onveranderd
-innen
-isse
-ern/-eln
-a/-o/-i/-y
Engels/Franse leenwoorden

Slide 18 - Question de remorquage