CP4, H8.1: Het Sinterklaasfeest

• NT2
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Welkom!

13-11-2023

Les 10

CP4: H8.1 'Het sinterklaasfeest'

Huiswerk

schrijfexamen

- opdr. 2, p.183 ( p. 215-216 van het oude boek

Inleveren bij de docent.

H8, ST1:

- opdr. 1 en 2, p. 215-217

- lezen: Grammatica en spelling: Het participium van het samengestelde verbum, p. 217-218                     + schrijfopdracht 9, p. 203!

Programma

• huiswerk bespreken
• praten over een Nederlandse gewoonte
• rollenspel
• woordenschat

Lesdoelen

• ik leer over de perfectum met een prefix
• ik leer  praten over een Nederlandse gewoonte
• ik oefen met de woorden van H8.1

Sinterklaas?

woorden
Sinterklaas

Je mening geven

Je mening geven

Ik vind dat ...

Mijn mening is dat ...

Ik ben het met je eens. /Ik vind dat je geen gelijk hebt. 

Ik ben het niet met je eens.

Belangrijk / niet belangrijk 

Grammatica: participium met een prefix (p. 217-218)

participium/perfectum: Piet heeft niet geslapen.

prefix: ge-, ver-, be-, ont-, er-, her --> geen 'ge-'

Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge-.

maar kan ook beginnen met 

be- (bedanken - bedankt)

ver- (vertellen -verteld)

ont- (ontdekken - ontdekt)

her- (herinneren - herinnerd)

aan het begin van een werkwoord. 

Deze voltooide deelwoorden krijgen dan geen extra ge meer!

Wij hebben .................. (leven)

Onze premier heeft zich niets .................... (herinneren)

De bakker heeft de ingrediënten goed ................. (mixen)

Skiën heeft hij nooit ................... (durven)

Wie heeft de burgemeester .....................? (ontmoeten)

Ben je nog lang op het feest .................? (blijven)

Mijn schoonzoon heeft de marathon ..................... (lopen)

Jij hebt de opdracht niet goed ...................... (begrijpen)

Mijn vriendin heeft lekkere broodjes ................. (kopen)

Het dameskoor heeft erg vals ................... (zingen)

De oma van Paul heeft mij ................ (helpen)

De mensen hebben een nieuwe regering ...................... (kiezen)

Zij hebben de broodjes in de oven ..................... (afbakken)

Spreken: opdr. 4.1 (p. 218-219)

Werk samen in de BOR (15 min).

Daarna bespreken we de antwoorden.

Gesprek voorbereiden (opdr. 6)

Je krijgt een werkblad van je docent.

Je docent zegt welke rol je krijgt: leraar (A) of ouder (B)

Je werkt samen in de BOR.

Presentatie voorbereiden: opdr. 7.1

• Kies een tekst op het werkblad dat je krijgt van de docent.
• Lees de tekst en zoek het antwoord op de vragen van 7.1.
• Bereid een presentatie voor  over het volksfeest m.b.v. de antwoorden van 7.1. 
• Woensdag geef je je presentatie in de les.

Verbindingen

aan iets komen = Als je studeert, kom je aan een diploma.

de bel gaat = Als de bel gaat, doe ik open.

de schoen zetten = Als Sinterklaas komt, zet je je schoen bij de schoorsteen.

in verband brengen met = December breng ik in verband met Sinterklaas.

lootjes trekken = We hebben tijdens de lerarendag lootjes getrokken.

uit naam van iemand = namens

uitgroeien tot iets/iemand

Idioom

binnen de perken houden = ervoor zorgen dat iets niet ergen wordt

de deur uit (doen/zijn) = pakketje/brief versturen

het loopt storm = er komen veel mensen (bij de winkel)

in het teken van iets/iemand = in teken van duurzaamheid willen sommige partijen weer gebruik maken van kernenergie

onder vuur liggen = negatief, veel kritiek

op (een idee) komen = je hebt een idee

Wat heb ik geleerd?

• ik leer over het perfectum
• ik leer praten over een Nederlandse gewoonte
  
• ik oefen met de woorden van H8.1
  

Huiswerk voor woensdag:

H8, ST1:

- opdr. 3, p. 217

- opdr. 7, p. 219-220(presentatie geven)

- opdr. Slot, p.238 (p. 278 het oude boek) (je krijgt een werkblad van de docent)

- online: Oefenen, Grammatica en spelling: Het participium van het samengestelde verbum

H8, ST2:

- opdr. 1 t/m 3, p. 221-223

- lezen: Grammatica en spelling: De relatieve bijzin met ‘wat’, p. 223