big five present continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

HERHALING

SLIM LEREN

MAAK

DE OEFENING DIE VOOR JE KLAAR STAAT IN SLIM LEREN

LAAT JE DOCENT WETEN WELKE STER JE BEHAALD HEBT

GOUDEN STER:

MAAK DE OPDRACHTEN IN DE PADLET

ANDERE KLEUREN STERREN:

VOLG DE INSTRUCTIE

STAP 3 

BEREID JE VOOR OP DE MINI BVB  VRIJDAG 2 dec

MAAK BEKIJK IN SLIM LEREN HET GROENE BOEKJE

MAAK DE OEFENINGEN IN DE PADLET

Wat weet je al over
de Present continuous?

How to do it!

Laten we het in simpele stappen bekijken.

Bedenk steeds eerst het volgende:

• Wat voor zin is het / wat voor zin wil je maken?
• Is het een bevestigende, ontkennende of een vragende zin?
  

Present Continuous

Lees het grammaticablokje blz 153:

+    I am learning English

_    You are  not  listening to me 

?    Is  he watching a TV show ? 

Bevestigende  Zinnen

Bevestigende zinnen

Present continuous 

Gebruik:

• iets is nu aan de gang
• iemand is nu iets aan het doen

I am explaining the present continuous.  

You are making notes.  

She is listening to the teacher.  

Present continuous 

Vorm:

1. vorm van 'to be': am / are / is

2. werkwoord

3. + -ing

I am doing the dishes right now.

My parents are watching TV.

Verkorte vorm: I'm doing / She's listening / We're watching

Present continuous 

Spellingsregels:

• Eindigt het werkwoord op een -e, dan valt de -e weg

(to have)     I am having lunch.

(to give)   He is giving us homework.

• Werkwoord van 1 lettergreep met een korte klinker (a, e, i, o, u), verdubbel dan de medeklinker

(to put)     We are putting sugar in his tea.

(to run)   She is running a marathon.

I .......... (listen) to music at the moment.

1. am listening
2. are listening
3. is listening

They .......... (read) the book The city of bones.

1. are reading
2. am reading
3. is reading

Look! The dog .......... (play) with the ball.

1. is play
2. is playing
3. are play
4. are playing

Max Verstappen .......... (race) at the track.

1. is raceing
2. are racing
3. is racing
4. are racing

We .......... (drink) some tea.

1. am drinking
2. are drinking
3. is drinking

It .......... (freeze) in here.

1. is freezing
2. are freezing
3. is freezeing
4. are freezeing

You .......... (study) hard.

1. are studying
2. are studing

Sander.......... (text) Sam a message.

1. am texting
2. is texting
3. are texting

The cows .......... (run) and .......... (jump) in the meadow now.

1. are run are jump
2. are running are jumping
3. are runing are jumping

The cows .......... (eat) grass.

1. is eating
2. are eating
3. am eating

I .......... (plan) a trip now.

1. am planning
2. am planing

Luciano and Antwan .......... (drive) a tractor.

1. is driveing
2. are driveing
3. is driving
4. are driving

The puppy .......... (take) a nap.

1. is takeing
2. is taking

It .......... (rain) right now.

1. is raining
2. are raining

I .......... (swim) in the pool.

1. am swiming
2. am swimming

Bevestigende  Zinnen

Vragende zinnen

Maak zelf een vraag!

Bevestigende  Zinnen

Ontkennende zinnen

Maak een ontkennende zin.