4.2 Botten
1 / 24
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Geen skelet
Slide 4 - Question de remorquage
Inwendig skelet
Tweezijdig symmetrisch
Tweezijdig symmetrisch
Uitwendig skelet
Veelzijdig symmetrisch
Inwendig skelet
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is een ander woord voor skelet?
Wat is een ander woord voor botten?
Geraamte
Beenderen
Beenderstelsel
Slide 6 - Question de remorquage
deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
deel van het skelet dat bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen
deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
schoudergordel
borstkas
bekken
Slide 7 - Question de remorquage
Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen
Slide 8 - Question de remorquage
Met welke delen van het menselijk skelet komt het paardenskelet overeen?
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Kraakbeenweefsel
Botweefsel
Slide 19 - Question de remorquage
Is dit botweefsel of kraakbeenweefsel?
A
Botweefsel
B
kraakbeen
Slide 20 - Quiz
Wat is waar over het verschil tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel?
'Beenweefsel .....
'Beenweefsel .....
A
.... bevat altijd meer lijmstof en minder kalk.'
B
... bevat altijd minder lijmstof en meer kalk.'
C
.... is altijd dikker dan kraakbeen.
D
... is altijd dunner dan kraakbeen.
Slide 21 - Quiz
Vooral
kraakbeen-weefsel
Botten met
weinig lijmstof en veel
kalk
Botten met veel lijmstof en veel kalk
Buigzaam skelet
Breekbaar skelet
Slide 22 - Question de remorquage
Kraakbeenweefsel...
A
is heel stevig en een beetje buigzaam
B
bevat vooral kalkzouten
C
bevat kraakbeencellen in kringen rondom kanaaltjes
D
is een beetje stevig en heel buigzaam
