Personen-, familie- en erfrecht Herhaling H 1 t/m 4
Personen-, familie- en erfrecht
HERHALING H 1 t/m 4
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Personen-en familierechtMBOStudiejaar 3
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Personen-, familie- en erfrecht
HERHALING H 1 t/m 4
Slide 1 - Diapositive
Wie is of zijn VERPLICHT om aangifte van een geboorte de doen?
A
iedereen die bij de geboorte aanwezig was.
B
de bewoner(s) van het huis.
C
de vader of de moeder uit wie het kind niet is geboren.
D
het hoofd v.d. inrichting waar de bevalling heeft plaatsgehad.
Slide 2 - Quiz
Binnen hoeveel dagen moet een overlijden zijn aangegeven?
A
binnen 3 dagen.
B
binnen 4 dagen.
C
binnen 5 dagen.
D
binnen 6 dagen.
Slide 3 - Quiz
De wachttijd voor een rechtsvermoeden van overlijden is 3 jaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Rechtspersonenrecht
Personen-en familierecht
Vermogensrecht
Erfrecht
Zakelijke rechten
Boek 1 BW
Boek 2 BW
Boek 3 BW
Boek 5 BW
Boek 4 BW
Slide 5 - Question de remorquage
Welke gegevens vind je NIET in de Basisregistratie Personen?
A
het kiesrecht v.d. inwoner.
B
de kinderbijslag die de inwoner ontvangt.
C
de burgerlijke staat v.d. inwoner.
D
de datum van echtscheiding v.d. inwoner.
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de 5 redenen om een voornaam te kunnen wijzigen?
Slide 7 - Question ouverte
Basisregistratie Inkomen
Basisregistratie Handelsregister
Basisregistratie WOZ
Basisregistratie Kadaster
Basisregistrate Voertuigen
Kentekenbewijzen
Registergoederen
Gegevens over bedrijven
Gegevens over de waarde van een onroerende zaak
Gegevens over belastbaar jaarloon
Slide 8 - Question de remorquage
Welke van de volgende aktes wordt NIET in het geboorteregister geregistreerd?
A
Akte van huwelijk
B
Akte van geboorte
C
Akte van erkenning
D
Akte van ontkenning vaderschap
Slide 9 - Quiz
Wat is GEEN reden om de achternaam te wijzigen?
A
Een lachwekkende naam
B
Een lelijke naam
C
Komt te vaak voor, niet onderscheidend
D
Niet-Nederlands
Slide 10 - Quiz
Wat wordt bedoeld met 'opklimmende handelingsbekwaamheid'?
Slide 11 - Question ouverte
Voor welke van de volgende 4 rechtshandelingen is een 16/17-jarige niet handelingsbekwaam?
A
Een Ipad kopen.
B
Een testament opstellen.
C
Een arbeidsovereenkomst tekenen.
D
Beslissen over een medische behandeling.
Slide 12 - Quiz
Handelingsonbekwaam wil zeggen dat iemand een rechtshandeling niet mag verrichten of daarvoor de medewerking van iemand anders nodig heeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN materiële huwelijksvereiste?
A
Aangifte van het huwelijk
B
Vrije wil
C
Ongehuwd zijn
D
Geen te nauwe bloedverwantschap
Slide 14 - Quiz
Bart en Suzan zijn getrouwd. Suzan heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk. Wie zijn verplicht om voor deze kinderen te zorgen?
A
Alleen Suzan
B
Bart en Suzan
Slide 15 - Quiz
Wat betekent 'hoofdelijk aansprakelijk zijn'?
A
alleen aansprakelijk zijn voor je eigen schuld.
B
alleen aansprakelijk zijn voor de schuld van een ander.
C
Beiden zijn aansprakelijk voor de helft.
D
Beiden zijn aansprakelijk voor de gehele schuld.
Slide 16 - Quiz
Samir en Ramona zijn 1 november getrouwd. Ramona had een e-bike voor haar huwelijk. Ramona heeft 15 november een koelkast gekocht. Ze hebben op 30 november samen een auto gekocht. Samir bezat al een caravan voor het huwelijk. Welk goed of goederen behoort/behoren NIET tot de gemeenschap?
A
De koelkast en de e-bike.
B
De e-bike en de caravan.
C
De caravan en de koelkast.
D
De koelkast en de auto.
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je de bepaling waarin staat dat in geval van overlijden (of faillissement) alle gemeenschappelijke goederen eigendom worden van de andere samenwoner?
A
Het verrekenbeding
B
Koude uitsluiting
C
Hoofdelijke aansprakelijkheid
D
Het verblijvingsbeding
Slide 18 - Quiz
Op welke 4 manieren kan een huwelijk eindigen?
Slide 19 - Question ouverte
Beschikking rechtbank
Verzoekschrift
Verweerschrift
Mondelinge behandeling
Inschrijving beschikking in registers burgerlijke stand