Begrijpend lezen 3V 18 oktober

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 1 - Diapositive

Verband: oorzaak - gevolg
Signaalwoorden: doordat, hierdoor, met als gevolg

De trein was vertraagd. Hierdoor kwam ze te laat.


Slide 2 - Diapositive

Verband: opsomming
Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Deze les
Je kunt tekstverbanden en signaalwoorden herkennen
Je oefent met het intensief lezen van een tekst en het beantwoorden van toetsvragen 

Slide 5 - Diapositive

Open je boek op pagina 246

Slide 6 - Diapositive

Verband: reden
Signaalwoorden: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Ik vind dat we een huiswerkvrije school moeten krijgen, want dan hoef je thuis niets meer voor school te doen.

Slide 7 - Diapositive

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 8 - Question de remorquage

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.
timer
0:15

Slide 9 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?


Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.
timer
0:15

Slide 10 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft een reden aan?

Ik heb geen zin om te fietsen, omdat het regent.
timer
0:15

Slide 11 - Question ouverte

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
timer
0:10
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde

Slide 12 - Quiz

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

Doordat is het signaalwoord voor ......
timer
0:10
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 13 - Quiz

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.
timer
0:10
A
vergelijkend
B
oorzaak/gevolg
C
toelichtend
D
voorwaardelijk

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Vlogger eet dat snoep meestal niet voor niks

  • Je beantwoordt enkele vragen over de tekst.
  • Je kiest zelf of je de tekst vooraf leest, of op het moment dat je een   vraag gaat beantwoorden.

Slide 17 - Diapositive

Welk tekstverband kan aangegeven worden door het signaalwoord ‘terwijl’ (eerste regel alinea 1).
timer
1:00
A
opsommend
B
tijd (chronologie)
C
redengevend
D
oorzaak-gevolg

Slide 18 - Quiz

Welk tekstverband kan aangegeven worden door het signaalwoord ‘want’ (derde regel alinea 2).
timer
1:00
A
tijd (chronologie)
B
concluderend
C
redengevend
D
middel-doel

Slide 19 - Quiz

Een tekst kan op verschillende manieren
ingeleid worden. Welke manier wordt in alinea 1 gebruikt om de tekst in te leiden?
timer
1:00
A
Een voor de tekst belangrijke vraag stellen.
B
Een voorbeeld geven bij het onderwerp.
C
Het centrale probleem noemen.
D
Vooraf een samenvatting geven.

Slide 20 - Quiz

In deze tekst bestaat de inleiding uit twee alinea's. Welke manier wordt in alinea 2 gebruikt om de tekst in te leiden?
timer
1:00
A
Een voor de tekst belangrijke vraag stellen.
B
Een voorbeeld geven bij het onderwerp.
C
Het centrale probleem noemen.
D
Vooraf een samenvatting geven.

Slide 21 - Quiz

Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea 3 en alinea 4 samen?
timer
1:00
A
Reclameadviesbureau Youngworks
B
Reclameregels voor ongezonde producten voor kinderen
C
Verschijnen van het rapport 'Voedingsreclame gericht op kinderen'
D
Vlogs voor kinderen op YouTube

Slide 22 - Quiz

Een oplossing voor het probleem met reclame in vlogs zou kunnen zijn dat de overheid strengere regels opstelt. Toch zal de overheid dit niet doen. Citeer een zin uit alinea 3 OF 4 waarin de reden hiervoor wordt gegeven.
timer
1:00

Slide 23 - Question ouverte

Waarom mag er geen reclame voor ongezond voedsel gemaakt worden voor kinderen jonger dan 12 jaar? Gebruik voor je antwoord alinea 4.
timer
1:00

Slide 24 - Question ouverte