theme 4 lesson 17-02-2021

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

theme 4 : after school

Theme 4

After School

SHIT rule

What is theme four all about?

• Talking about your passions (stone 10)
• Talking about part-time jobs (stone 11)
• Talking about earning & spending money. (stone 12)
• Grammar:
  relative clauses--> betrekkelijke bijzinnen 
  the present simple & present continuous--> tegenwoordige tijd
  possessive pronouns--> bezittelijke voornaamwoorden.
  
  

Goal for today: 

At the end of today's lesson you will be able to explain the present simple and you will have practised the stones of theme 4.

Wanneer gebruik je de present continuous?

Wanneer iets nu- op dit moment- gebeurd.
Bijvoorbeeld : I am teaching. dit doe ik nu.
er komt dan dus /ing/ achter de stam van het werkwoord teach.

Wat is het verschil met de present simple? --> de present simple gebruik je om feiten aan te geven en dingen die standaard gebeuren. 

present simple 

Heel simpel--> de stam van het werkwoord achter het onderwerp plaatsen:
I teach/ They dance/ We talk, 

Regelmatige werkwoorden

De SHIT-regel is een handige regel om te onthouden wanneer er een –s achter het werkwoord geplakt moet worden. SHIT staat voor She, He en It (hij, zij en het) en wanneer dat het onderwerp is van de zin, komt er een –s achter.

 Bijvoorbeeld:

I / you / we/ they work — Ik / jij / wij / zij werkt / werken

She/ He / It works — Zij / hij / het werkt

Soms ook -es of -ies

Bij sommige werkwoorden komt er niet alleen een –s achter het werkwoord, maar –es of –ies. Twee voorbeelden:

I / you / we / they teach — Ik / jij / wij / zij geeft/geven les

She/ He / It teaches — Zij / hij / het geeft les

I / you / we/ they carry — Ik / jij / wij / zij draagt/dragen

She/ He / It carries — Zij / hij / het draagt

Let erop dat deze regel ook geldt voor namen van mensen, bijvoorbeeld: “Caroline works”.

Onregelmatige werkwoorden?

Er zijn ook onregelmatige werkwoorden in het Engels. Deze hebben eigen regels en je moet uit je hoeft leren hoe deze vervoegd worden. Twee belangrijke voorbeelden zijn de werkwoorden ‘zijn’ (to be) en hebben (to have). Deze worden als volgt vervoegd:

I am, you are, he/she/it is, we are, you are, they are

I have, you have, he/she/it has, we have, you have, they have

It never is snowing / snows near the coast.

1. is snowing
2. snows

Vertaal: Ik dans elke dag.

What do you think of? / are you thinking of? You look so distracted!

1. think of?
2. are you thinking of?

vertaal: Sam gaat elke week naar de supermarkt.

Vertaal de volgende zin: What do you do in your spare time?

Bereiken

1. to bereak
2. to acomplish
3. to accomplish
4. to accomplis

Vertaal: Ik ben wat geld aan het sparen om binnenkort een brommer te kopen.

Vertaal: sollicitatieformulier

1. sollicitation form
2. application form
3. aplication form
4. sollicitation formula

vertaal: Dansen is een tijdverdrijf waarvoor ik heel gepassioneerd ben.

What is your favourite pastime?

inschrijven

1. to be on a roll
2. to enroll
3. to write in
4. to inwrite

achtervolgen

1. to behindfollow
2. to persue
3. to pursew
4. to pursue

Geoff is a model train (liefhebber).

1. enthusiast
2. enthousiast
3. lovinghaver
4. lovehaver

We love (actief) holidays.

1. activating
2. active
3. actife
4. acktive

Tomorrow I'm having a (sollicitatiegesprek).

1. sollicitation talk
2. sollicitation
3. job interview
4. job intervieuw

It's no (opoffering) to help him every day.

1. offering
2. offer
3. sacrifise
4. sacrifice

Wanneer gebruik je de present continuous?

How was today's lesson?

😒🙁😐🙂😃