H4 india quiz

India
  •  Nakijken 4.4
  •  Quiz
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

India
  •  Nakijken 4.4
  •  Quiz

Slide 1 - Diapositive

India Quiz

Slide 2 - Diapositive

Wat is de belangrijkste godsdienst in India?
A
Hiboeïsme
B
Christendom
C
Boedhisme
D
Hindoeïsme

Slide 3 - Quiz

Van welk land was India een kolonie?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Amerika
D
Engeland

Slide 4 - Quiz

Welk begrip?
De groei van het aantal stadsbewoners
A
suburbanisatie
B
verdorpeling
C
formele sector
D
verstedelijking

Slide 5 - Quiz

Wat is de moesson?
A
Een stuk bos
B
Vochtige zeewind
C
Vochtige bergwind
D
De zee

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste omschrijving van het kastenstelsel?
A
Een bouwtekening van een kast
B
Indeling van de rijkste Indiërs op basis van het inkomen.
C
Indeling van de Indiase bevolking in verschillende sociale groepen
D
een ladekast en een boekenkast op elkaar

Slide 7 - Quiz

Wat is de naam van de onderste kaste?
A
Zwervers
B
Dalits
C
Brahmanen
D
Paupers

Slide 8 - Quiz

Wat is de informele sector?
A
officiële werkzaamheden
B
op school zitten
C
onofficiële werkzaamheden
D
belasting betalen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de basisbehoeften?
A
Eten, slapen, school en schoenen
B
Voedsel, Huisvesting, Onderwijs en Gamen
C
Voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg
D
gezondheidszorg, huisvesting, voedsel en voetballen

Slide 10 - Quiz

Een analfabeet is iemand die:
A
Kan lezen en schrijven
B
niet kan lezen
C
Het alphabet niet kan opnoemen
D
niet kan lezen en schrijven

Slide 11 - Quiz

BNP staat voor
A
Bruto nationaal product
B
Binnenlands Nederlands Product
C
Bolle Nederlandse Partij
D
Bruto Nederlands product

Slide 12 - Quiz

Het BNP per inwoner is:
A
Het inkomen van de rijkste mensen
B
het gemiddelde inkomen van een land per jaar
C
het gemiddelde inkomen van een land per maand
D
Al het inkomen van de mensen in een land samen

Slide 13 - Quiz

Als een land zelfvoorzienend is, betekent dat:
A
een land zichzelf kan zien vanaf een berg
B
alles wat gebruikt wordt, uit het buitenland komt
C
alles wat geproduceerd wordt, voor eigen gebruik is
D
alles wat geproduceerd wordt, naar het buitenland gaat

Slide 14 - Quiz

Wat is een voordeel voor het land om SEZ's op te zetten?
A
Er zijn minder inkomsten uit belastingen
B
Er zijn meer inkomsten uit belastingen
C
Er komt meer werkgelegenheid
D
Er komt minder werkgelegenheid

Slide 15 - Quiz

Wat is een voordeel voor een bedrijf om zich te vestige in een SEZ?
A
Ze hoeven geen belasting te betalen
B
Er zijn veel andere multinationals
C
Er zijn veel analfabeten
D
Ze hoeven minder belasting te betalen

Slide 16 - Quiz

Welk begrip?
een bedrijf met vestigingen over de hele wereld
A
Multi international
B
international
C
Multinational
D
Shell, Nike, McDonalds

Slide 17 - Quiz

Welk begrip?
Steeds verdergaande uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie over de hele wereld
A
Cultuur
B
Globaal
C
Cultralisering
D
Globalisering

Slide 18 - Quiz

Waarom is India een aantrekkelijk land voor multinationals?
A
Lage lonen, Engelstalig en nauwkeuring
B
Lage lonen, Engelstalig en goed opgeleid
C
Lage lonen, Engelstalig, goed opgeleid en nauwkeurig
D
Engelstalig, goed opgeleid en nauwkeurig

Slide 19 - Quiz

Wat is een afzetmarkt
A
een markt waar je wordt afgezet (=teveel betalen voor producten)
B
Gebied waar je producten kunt verkopen
C
Plek waar je producten kunt kopen
D
plek waar je mensen kunt afzetten(=teveel vragen voor producten)

Slide 20 - Quiz

Alles wat je is aangeleerd noem je:
A
cultuur
B
natuur
C
cultuurkenmerken
D
gewoonten

Slide 21 - Quiz