1. De lage landen

1. De lage landen
Dit deel gaat over:
  1. Het Nederlandse landschap 
  2. De strijd tegen het water
  3. Klimaat
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1. De lage landen
Dit deel gaat over:
  1. Het Nederlandse landschap 
  2. De strijd tegen het water
  3. Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie: 

  • een verklaring geven voor het ontstaan van stuwwallen

  • vijf verschillende grondsoorten noemen en aangeven waar in Nederland deze te vinden zijn

  • een oorzaak noemen voor de jaarlijkse overstromingen van rivieren in de 18e en 19e eeuw

  • een maatregel noemen uit het deltaplan

  • twee eigenschappen van een zeeklimaat noemen

Slide 2 - Diapositive

1.



Het Nederlandse landschap

Slide 3 - Diapositive

ijstijd
  • Het Nederlandse landschap is deels gevormd tijdens de laatste ijstijd
  • De ijstijd duurde tot ongeveer 10.000 jaar geleden
  • Tijdens de ijstijd lag er een groot ijslandschap over het noordelijke deel van Nederland
  • Het ijs werd vanuit scandinavië naar het zuiden gedrukt

Slide 4 - Diapositive

Hoog en laag
  • Het Nederlandse landschap kan verdeeld worden in een hoog en een laag gedeelte
  • In Nederland kennen we 4 grondsoorten: klei-, löss-, zand-, en veengrond. De grondsoort bepaald ook wat er op groeit. Op veen en kleigronden groeit gras goed. Hier zie je dus veel weilanden. Lössgrond is erg vruchtbaar. In Nederland groeit hier vaak graan en maïs op. Op veel zandgronden in Nederland groeit bos.

Slide 5 - Diapositive

Hoog Nederland
  • Tijdens de ijstijd heeft het ijs grond voortgestuwd
  • Hierdoor zijn er heuvels ontstaan die we vandaag stuwwallen noemen
  • In hoog Nederland zijn ook grote zwerfstenen te vinden die in de ijstijd door het ijs vanuit scandinavië zijn meegenomen. 
  • Het trechterbekervolk heeft hier later de hunnebedden van gebouwd.
Het ijs duwde de grond voorzich uit waardoor er stuwwallen ontstonden. Stuwwallen vind je vooral in Gelderland en Overijssel

Slide 6 - Diapositive

Laag Nederland

  • Het westelijke deel van Nederland heeft altijd laag gelegen.
  • Door het stijgen van de zeespiegel na de ijstijd zijn er door de zee duinen gevormt in het westen.
  • Achter de duinen ontstond toen een laag moerasgebied.
  • In deze moerassen hoopten de dode plantenresten zich onder water op.
    Zonder zuurstof konden de plantenresten niet verteren en zo ontstond de grondsoort veen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Leg uit hoe stuwwallen zijn ontstaan. Leg daarbij een verband tussen stuwwallen en de ijstijdN

Slide 9 - Question ouverte

West-Nederland
Oost-Nederland en Noord-Brabant
Zuid-Limburg
Drenthe
Veen
Klei
Zand
Löss
Kleileem

Slide 10 - Question de remorquage

Wat groeit goed op welke grondsoort?
Kleigrond
Zandgrond
Veengrond
Löss
Bos
Gras
Graan

Slide 11 - Question de remorquage

Waar in Nederland kun je stuwwallen vinden?

Slide 12 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit hoe de grondsoort veen ontstaat

Slide 13 - Question ouverte

2.



Strijd tegen het water

Slide 14 - Diapositive

Land winnen op de zee
  • Een groot deel van het Nederlandse grondoppervlak was vroeger zee of moerasgebied.

  • Door dijken aan te leggen ontstond er droog land, dit nieuwe land wordt een polder genoemd

  • Er waren polders gemaakt door het droogleggen van moerassen en meren, maar ook door nieuwe stukken land in zee te maken

Slide 15 - Diapositive

Polder
  • Een polder is een vochtig stuk land met een dijk eromheen

  • Met een gemaal of een molen wordt het water uit de polder weggepompt

  • Op deze manier blijft het land droog

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Waarom staan er vaak meerdere molens bij elkaar?

Slide 18 - Question ouverte

Vroeger werd het water uit de polder door molens weggepompt. Hoe wordt het water vandaag weggepompt?

Slide 19 - Question ouverte

Overstromingen
  • Omdat Nederland voor een groot deel onder zeeniveau ligt, 0 NAP of lager, heeft ons land vaak te maken gehad met overstromingen

  • Zo zijn er overstromingen door de rivieren, de Zuiderzee en de Noord-Zee

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Noem een oorzaak voor het overstromen van de rivieren in de 18e en 19e eeuw

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Vidéo

Hoe kan het dat de Zuiderzeeramp veel aandacht kreeg?

Slide 24 - Question ouverte

Waarom werd de Afsluitdijk gebouwd?

Slide 25 - Question ouverte

In welk jaar is de Afsluitdijk klaar?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Vidéo

In welk jaar vond de watersnoodramp plaats?

Slide 28 - Question ouverte

Waar vond de watersnoodramp plaats?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Vidéo

Welk plan moet Nederland beschermen tegen een nieuwe watersnoodramp?

Slide 31 - Question ouverte

Noem een maatregel uit het deltaplan

Slide 32 - Question ouverte





3. Klimaat

Slide 33 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Gebruik de kaart op de vorige dia. Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Middenlandse Zeeklimaat
D
Hooggebergteklimaat

Slide 36 - Quiz

Landklimaat
Zeeklimaat
Middenlandse Zeeklimaat
Hooggebergte-
klimaat
Zeer koude winters
Zeer warme zomers
Winters niet zo koud
Zomers niet zo warm
Temperatuur bijna altijd onder 0
Warme zomers
Winters niet zo koud
Droge winters
Droge zomers
Het hele jaar regen
Veel neerslag in de winter
Veel sneeuwval

Slide 37 - Question de remorquage