Bloktoets
1 / 24
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Als iets altijd of nooit gebeurt
B
Als iets regelmatig of vaak gebeurt
C
Bij algemene waarhden
D
Bij al die dingen!
Slide 2 - Quiz
Wat voor signaalwoorden horen erbij?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat is de vorm van de present simple?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Wanneer gebruik je de present continuous
A
Als iets is gebeurd
B
Als iets gaat gebeuren
C
Als iets nu aan de gang is
D
Als je zin hebt in ijs
Slide 11 - Quiz
Je maakt een present continuous door een vorm van to be (am/are/is) + het hele werkwoord + .....?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Welke signaalwoorden horen erbij?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Vul in:
She ... (walk) right now.
She ... (walk) right now.
Slide 17 - Question ouverte
Vul in:
He ... (read) a book every night.
He ... (read) a book every night.
Slide 18 - Question ouverte
Vul in:
They ... (play) soccer every Thursday.
They ... (play) soccer every Thursday.
Slide 19 - Question ouverte
Vul in:
We ... (watch) a movie tonight!
We ... (watch) a movie tonight!
Slide 20 - Question ouverte
Vul in:
She ... (make) dinner right now.
She ... (make) dinner right now.
Slide 21 - Question ouverte
Vul in:
She never ... (go) to bed late.
She never ... (go) to bed late.
Slide 22 - Question ouverte
Maak een zin in de present simple
Slide 23 - Question ouverte
Maak een zin in de present continuous
