Eerste les Duits 22-23

Aan het einde van de les...
  • weet je wie ik ben
  • weet je waarom een taal leren  belangrijk is
  • weet je waarom Duits leren belangrijk is 
  • kun je jezelf voorstellen in het Duits 
  • ken je de (omgangs)regels in de les

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aan het einde van de les...
  • weet je wie ik ben
  • weet je waarom een taal leren  belangrijk is
  • weet je waarom Duits leren belangrijk is 
  • kun je jezelf voorstellen in het Duits 
  • ken je de (omgangs)regels in de les

Slide 1 - Diapositive

Wer bin ich?
Ich heiße Frau Langheim (ich bin Frau Langheim, mein Name ist Frau Langheim).
Ich wohne in Heerenveen.
Ich bin achtunddreißig Jahre alt.
Ich habe eine Schwester und einen Bruder.
Ich habe einen Mann und habe drei Kinder.
Meine Hobbys sind: Kochen und reisen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Und jetzt bist du dran! 
Schrijf op je blad iets over jezelf 
aan de hand van de onderstaande zinnen
Ich heiße ...
Ich wohne in .....
Ich bin ......    Jahre alt.
Ich habe eine Schwester / einen Bruder. / Ich habe zwei Schwestern und zwei Brüder
-> als je meerdere broers en of zussen hebt kan je ook zeggen: 
Ich habe zwei / drei / vier Geschwister (=broers en/of zussen). Maar ik weet dan niet of het broers of zussen zijn of het gemengd is.
Ich bin ein Einzelkind 
Mein Hobby ist: ........
Meine Hobbys sind ........ ...... (zum Beispiel: Lesen / Fußball spielen / reiten / schwimmen)
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Waarom het leren van een taal belangrijk is
Het leren van een vreemde taal heeft meer voordelen dan je zou denken:  van je verstaanbaar maken tijdens het reizen tot de kans op Alzheimer verkleinen 

  • meer zelfvertrouwen, meer plezier
  • je wordt beter in multitasken 


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waarom Duits belangrijk is:
  • het is de meest gesproken taal binnen Europa
  • Duitsland is ons buurland en onze grootste handelspartner
  • het geeft goede perspectieven op een toekomstige baan 
  • het geeft opleidingsmogelijkheden in Duitsland
  • en geheel niet onbelangrijk: Duits is voor Nederlanders een makkelijke taal......

Slide 7 - Diapositive

Eigenlijk weet je al best best veel over Duits en Duitsland.....
 

Slide 8 - Diapositive

Die Hauptstadt von Deutschland ist:

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
Bonn

Slide 9 - Quiz

Wie viele Einwohner hat
Deutschland .....
A
30 Millionen
B
50 Millionen
C
83 Millionen
D
90 Millionen

Slide 10 - Quiz

Das Lieblingsessen von Deutschen
ist .....

A
Spaghetti Bolognese
B
Pfannkuchen
C
Currywurst
D
Pommes

Slide 11 - Quiz

Die beste Fußballmannschaft
ist ...
A
FC Köln
B
Bayern München
C
VFL Bochum
D
Borussia Dortmund

Slide 12 - Quiz

Was ist hier abgebildet?
A
Karneval in München
B
Weihnachtsmarkt in Köln
C
Fußballwettkampf in Bonn
D
Kirmes in Berlin

Slide 13 - Quiz

In welchen Ländern wird Deutsch
gesprochen ?

Slide 14 - Question ouverte

Die Regeln
Als je het lokaal binnenkomt...
  • je mobiel zet je op stil of uit en stop je in die Handytasche.
  • je gaat zitten volgens de plattegrond.
  • je IPad, boek, schrift en pen leg je klaar op je tafel, je tas zet je op de grond 
  • begin met het leren van je woordjes en zinnen, van het hoofdstuk of start met slim stampen.
  • niet eten en drinken (water mag) en absoluut geen kauwgom
  • toiletbezoek vóór aanvang van, of na, de les.

Slide 15 - Diapositive

Die Regeln
Tijdens de les...
  • luister je naar elkaar. 
  • als je iets wilt zeggen, steek je je vinger omhoog.
  • er wordt niemand uitgelachen. 
  • we behandelen elkaar met respect.
  • mag je fouten maken.
  • je hebt 2 zelfstandig werken momenten, de eerste is altijd in stilte. 
  • ...?

Slide 16 - Diapositive

En........
We spreken zo veel mogelijk Duits in de les!


Slide 17 - Diapositive

welke regels vindt jij
nog belangrijk tijdens de les Duits?

Slide 18 - Carte mentale

Hoe leer je Duits?
  • de online methode: neue Kontakte
  • boeken van neue Kontakte
  • woordjes: via woordenlijst, slim stampen of (quizlet)
  • spreken: met elkaar
  • lezen: teksten, boekjes, opdrachten werkboek en internet
  • luisteren: fragmenten online / You Tube / Logo! / Neuneinhalb Nachrichten/ Videos

Slide 19 - Diapositive

Aanmelden methode Duits: neue Kontakte en LessonUp klas

  • pak je IPad
  • ga naar SOMtoday en open je postvak- mijn bericht-klik op de link
  • ga naar lessonup en voer de code in
  • klik op: leermiddelen en zoek neue Kontakte 



Slide 20 - Diapositive

Wie heißt du?
Wie alt bist du?

Slide 21 - Question ouverte

Volgende les Duits:
je neemt mee: 
  • IPad
  • boek deel B
  • (aantekeningen)-schrift, pen 
  • agenda

Slide 22 - Diapositive

Ich habe Geschwister (broers en of zussen)
A
nein, ich bin ein Einzelkind (enig kind)
B
ja

Slide 23 - Quiz

Was sind deine Lieblingsfächer? (lievelingsvakken)

Slide 24 - Question ouverte

Eine kurze Wiederholung
Een korte herhaling!

Slide 25 - Diapositive

Was sind deine Hobby's?

Slide 26 - Question ouverte

Übersetze (vertaal) auf Deutsch:

wanneer?
waar vandaan?
waar?

Slide 27 - Question ouverte

Übersetze (vertaal) auf Deutsch:Wanneer?

waarheen?
waarom?
hoe? (bv Hoe heet jij?)

Slide 28 - Question ouverte

Übersetze (vertaal) auf Deutsch:Wanneer?

hoezo?
wie? (bv Wie heeft dat gedaan?

Slide 29 - Question ouverte

Groepsopdracht
werk in tweetallen: open je google document en doe de volgende opdracht.

Stap 1 --> (5 minuten): 
- Bedenk welke zinnen/vragen jullie het meest gebruiken in de les   --> gewoon in het Nederlands
- Minimaal 5 zinnen/vragen

Slide 30 - Diapositive

Stap 2: vertalen (übersetzen)
Probeer de zinnen samen te vertalen in het Duits.
Gebruik ook je Na Klar (klassengesprek)

Slide 31 - Diapositive

Stap 3: inventariseren
Klassikaal de zinnen inventariseren.
Zinnen worden op het bord geschreven.
5 minuten

Slide 32 - Diapositive

Das sagt der Schüler / die Schülerin …
Duits                                                                                                     Nederlands


Können Sie die Aufgabe erklären?                                 Kunt u de opdracht uitleggen?
Können Sie mir bitte helfen?                                            Kunt u mij alstublieft helpen?
Schreibt man dieses Wort so?                                        Schrijf je dit woord zo?
Was heißt dieses Wort auf Niederländisch?            Wat betekent dit woord in het Nederlands?
Was ist ein „Kugelschreiber“?                                        Wat is een ‘balpen’?
Wie sagt man das auf Deutsch?                                    Hoe zeg je dit in het Duits?

Slide 33 - Diapositive

Das sagt der Schüler / die Schülerin …
Duits                                                                                                     Nederlands


Entschuldigung, dass ich zu spät bin.                           Excuses dat ik te laat ben.
Ich bin fertig! Was soll ich jetzt machen?                      Ik ben klaar! Wat moet ik nu doen?
Ich habe die Aufgabe nicht verstanden.                        Ik heb de opdracht niet begrepen.
Ich habe eine Frage ...                                                             Ik heb een vraag ...
Ich habe mein Buch / Heft vergessen.                            Ik ben mijn boek / schrift vergeten.
Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.         Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
Können Sie bitte mal kommen?                                           Kunt u misschien even komen?
Können Sie das wiederholen?                                                Kunt u dat herhalen?

Slide 34 - Diapositive

Stap 4:
Zet de zinnen over in je schrift (dit heb je iedere les mee, dus kan je snel kijken hoe je iets moet vragen).
Gebruik ze zo veel mogelijk in de les.
5 minuten.

Slide 35 - Diapositive

Hoe is deze eerste les Duits bevallen?

Slide 36 - Question ouverte

Am Dienstag sehen wir uns wieder!

Slide 37 - Diapositive