6. RM4A 11-9-2023 (3 PAK + indeling van een tekst)
1 / 16
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Noteer vier manieren waarop een tekst kan worden ingeleid.
Slide 5 - Question ouverte
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
een voorbeeld bij het onderwerp noemen
een leuk, kort verhaaltje (anekdote) vertellen
een belangrijke vraag stellen
een mening of standpunt (over het onderwerp) geven.
de hoofdgedachte van de tekst noemen
een deskundige over het onderwerp introduceren
iets over de opbouw van de tekst vertellen
een korte samenvatting van de tekst geven.
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Noteer vier manieren waarop een tekst kan worden afgesloten.
Slide 7 - Question ouverte
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
een voorbeeld bij het onderwerp noemen
een leuk, kort verhaaltje (anekdote) vertellen
een belangrijke vraag stellen
een mening of standpunt (over het onderwerp) geven.
de hoofdgedachte van de tekst noemen
een deskundige over het onderwerp introduceren
iets over de opbouw van de tekst vertellen
een korte samenvatting van de tekst geven.
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoofdletter
geen hoofdletter
rood
amerikaanse
bierglas
eline
paspoort
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Achter welk woord moet een komma?
Sleep dat woord naar de komma.
Sleep dat woord naar de komma.
Komma
Piet
kun
jij
de
vaatwasser
uitpakken
Slide 10 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of persoonsvorm tegenwoordige tijd?
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
persoonsvorm tegenwoordige tijd
rennend
gevlogen
wordt
gebeurt
gebeurd
vallend
vergrotend
bevalt
verhuisd
Slide 11 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
willen
liggen
kennen
leggen
kunnen
iets doen
in staat zijn om iets te doen
zich bevinden, rusten
iets weten of geleerd hebben
het verlangen, het wensen
Slide 12 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
