3kader 2.5 Woordenquiz

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

In welk zin herken je het woord "afnemen"?

1. Ik zie het aantal besmettingen alleen maar vermeerderen.
2. De Sinterklaasinkopen zijn minder dan vorig jaar.
3. Wat fijn dat jullie vandaag een rustige dag hebben.
4. De Middeleeuwse kerk begint te vervallen.

Welk werkwoord kun je maken van 'resultaat'

1. resulten
2. consultant
3. resulteren in
4. concluderen

Welke woorden horen bij 'een wetenschapper'?

1. universiteit, onderzoek, academisch
2. universiteit, studeren, mbo
3. professor, directeur
4. schappen in supermarkt

Wat is een ander woord voor 'registreren'?

1. in een register zetten
2. vastleggen
3. opschrijven
4. nakijken

'Kun jij je keuze onderbouwen?'
Wat betekent dat?

1. Je kunt een goede basis vormen voor een gebouw.
2. Je kunt je ertegen verzetten.
3. Je bent onderaannemer voor een bouwmaatschappij.
4. Je kunt redenen geven waarom je dat gekozen hebt.

een 'onderzoeksrapport'

Wat is een ander woord?

1. een onderzoeksverslag
2. een rapport van een huisarts
3. rapportcijfers voor dat onderzoek
4. geheim document

Wat betekent 'aanbevelingen doen'?

1. Zeggen of opschrijven wat iemand het best kan doen.
2. Een bedrijf vertellen hoe goed iemand is.
3. Complimenten geven.
4. Een bevel aan iemand geven.

analyseren:
Wat betekent het niet?

1. iets onderzoeken
2. ontleden
3. onderdelen bekijken en beoordelen
4. bevindingen van onderzoek samenvoegen

In welke zin is het woord 'anoniem' goed gebruikt?

1. Noteer je naam en adres op dit formulier.
2. Je kunt minimaal je gegevens noteren.
3. Je mag de enquête anoniem invullen.
4. naw-gegevens zijn verplicht.

Welke woord hoort niet bij 'autoriteit'?

1. autonoom
2. deskundig
3. gezag
4. overheid

Welk woord kun je gebruiken i.p.v. 'benadrukken'?

1. aanzetten
2. druk opleggen
3. beklemtonen
4. vervangen

Welke twee woorden uit de lijst horen bij elkaar?

1. bewering/gegevens
2. bewering/hypothese
3. hypothese/onderbouwing
4. bewering/bewijs

'de cijfers laten spreken'
In welke zin is dit woordgebruik goed?

1. Die cijfers praten namens ons.
2. Een computerprogramma is opgebouwd uit cijfers.
3. We voeren een discussie over zijn cijfers.
4. De uitkomst van de stemming is overduidelijk.

'Ik wil het naadje van de kous weten over het incident van vorige week.'
Wat betekent dat?

1. Ik zoek het tot op de bodem uit.
2. Ik ga alle kousen en sokken nakijken.
3. Ik zorg dat het wordt opgelost.
4. Ik laat het erbij.