Elektra 5 par 4.3

Werking van de dynamo
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Werking van de dynamo

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je deze les leren en moet je daarna Kennen en Kunnen
  • Hoe werkt een dynamo of een generator.
  • Wat is een magneet en hoe werkt deze.
  • Wat is een elektromagneet en hoe werkt deze.
  • Spanning opwekken.
  • "Groene stroom"
  • Duurzame energie.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van een dynamo?

Slide 3 - Carte mentale

Welke formule gebruik je voor het berekenen van het vermogen (BINAS?)

Slide 4 - Carte mentale

Wat moet je nog weten, Kennen en Kunnen van de vorige les
  • De capaciteit (C) van een batterij is de hoeveelheid stroom die een batterij in 1 uur kan leveren. De capaciteit reken je uit met de formule C = I x t
  • Het vermogen (P) is de energie die in een seconde gebruikt wordt. Het vermogen reken je uit met P = U x I
  • De energie (E) is de totale energie die in een bepaalde tijd gebruikt wordt. De energie reken je uit met E = P x t.
  • In huis reken je de energie uit in kiloWattuur (kWh) daarmee kun je ook de kostprijs uitrekenen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hoe maak je stroom

Je kunt op twee manieren elektrische stroom (het bewegen van elektronen) opwekken.

Manier 1: Chemische energie

Een batterij is een chemische reactie. Bij  deze reactie zijn twee stoffen betrokken.

Stof 1 geeft elektronen  aan stof 2. Als je er voor zorgt dat de stoffen elkaar niet raken maar via een stroomdraad wel contact moeten maken dan gaan die elektronen via de stroomdraad van stof 1 naar stof 2. ==> bewegende elektronen = elektrische stroom.

Manier 2: Een veranderend magnetisch veld.

Elektronen bewegen door middel van een veranderend magnetisch veld. De verandering van het magnetische veld zorgt voor een "duwtje" tegen de elektronen. Hierdoor bewegen de elektronen heel even in dezelfde richting ==> bewegende elektronen = elektrische stroom

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Hoe maak je stroom

De magneet.

Om de magneet is een magnetisch veld aanwezig. De veldlijnen lopen van de noordpool naar de zuidpool in cirkelvormige banen.


Magneten trekken alleen voorwerpen aan die gemaakt zijn van ijzer, nikkel of cobalt. Vooral ijzer en nikkel moet jij weten!


De magneet heeft twee "polen" , de noordpool en de zuidpool.

Verschillende polen trekken elkaar aan en dezelfde  polen stoten ekaar af.


Er bestaan permanente magneten en elektromagneten.

Slide 9 - Diapositive

Hoe maak je stroom

Een spoel.

Een spoel is een stroomdraad die ergens omheen gewikkeld is.

Je kunt van een spoel een elektromagneet maken.


Breng je een spoel in een magnetisch veld dan gaat er even

een stroompje lopen in de spoel.

Slide 10 - Diapositive

Let  op quizvragen

Zit klaar met je laptop of je telefoon.

Heb je je al aangemeld?

voor de meeste vragen heb je 10 seconden

succes.

Slide 11 - Diapositive

Waaruit bestaat een dynamo?
A
een spoel
B
een spoel en een magneet
C
een spoel een magneet en een lampje
D
een spoel, een magneet, een lampje en een schakelaar.

Slide 12 - Quiz

Hoeveel polen heeft een magneet?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 13 - Quiz

Welke stoffen worden aangetrokken door een magneet?
A
Alle metalen
B
IJzer
C
IJzer en nikkel
D
IJzer, nikkel en cobalt

Slide 14 - Quiz

Wat is een spoel?
A
Een ingewikkeld stukje ijzer
B
Een stroomdraad
C
Een stroomdraad die ergens omheen gewikkeld zit
D
een dynamo

Slide 15 - Quiz

Hoe maak je stroom

De stroom ontstaat als het magnetisch veld in de spoel veranderd (omdraait, ontstaat of verdwijnt).

Bij een dynamo gebeurt dit doordat de magneet gaat draaien

in de spoel.


Een generator is een grote spoel.


Slide 16 - Diapositive

Hoe maak je stroom

Bij een windmolen werkt dit ook zo. Je moet er voor zorgen dat je een draaiende magneet in een spoel hebt.

  1. In de molen zit een generator (spoel en magneet)
  2. de wind zorgt er voor dat de molen gaat draaien
  3. de magneet zit vst aande molen en gaat ook draaien
  4. in de spoel wordt stroom opgewekt.


In een elektriciteitscentrale wordt de "wind" gemaakt door water te koken. De ontstane stoom zorgt er voor dat de molen (de turbine) gaat draaien. De warmte om het water te koken wordt verkregen  door verbranding of door een kernreactie.

Slide 17 - Diapositive

Let  op quizvragen

Zit klaar met je laptop of je telefoon.

Heb je je al aangemeld?

voor de meeste vragen heb je 10 seconden

succes.

Slide 18 - Diapositive

Wat is de turbine?
A
de spoel in een windmolen of energie centrale
B
de magneet in een windmolen of energie centrale
C
de "molen" in een energie centrale
D
de plaats waar de brandstof verbrand wordt in een energie centrale

Slide 19 - Quiz

Wat is een generator?
A
een grote dynamo in een windmolen of energie centrale
B
de magneet in een windmolen of energie centrale
C
de "molen" in een energie centrale
D
de plaats waar de brandstof verbrand wordt in een energie centrale

Slide 20 - Quiz

Wat wordt er gedaan met de kernenergie van de kerncentrale?
A
Er wordt stroom van gemaakt
B
Er wordt warmte van gemaakt
C
de energie laat de turbine draaien
D
de energie laat de generator draaien

Slide 21 - Quiz

Geef voorbeelden van fossiele brandstoffen

Slide 22 - Carte mentale

Groene stroom / Duurzame energie

Duurzame energie is de energie die niet afkomstig is van fosiele brandstoffen of kernenergie.


De fossiele brandstoffen zijn aardolie, aardgas en steenkool.


De afspraak is dat er geen extra koolstofdioxide in het milieu komt.

Verbrand je een fosiele brandstof dan komt er altijd extra koolstofdioxide in de lucht.

Slide 23 - Diapositive

Wat zijn nadelen van fossiele brandstoffen

Slide 24 - Carte mentale

Wat zijn voordelen van fossiele brandstoffen

Slide 25 - Carte mentale

Wat zijn nadelen van kernenergie

Slide 26 - Carte mentale

Wat zijn voordelen van kernenergie

Slide 27 - Carte mentale

Groene stroom / Duurzame energie

Nadelen van fosiele brandstoffen

  • Koolstof-di-oxide in het milieu (broeikaseffect)
  • Kostbaar om de brandstoffen uit de grond te halen.
  • De grondstoffen kunnen opraken.


Nadelen van kernenergie

  • De grondstoffen kunnen opraken
  • Het afval blijft een gevaarlijke straling afgeven
  • Het produceren van de energie is een "gevaarlijk" proces 

Slide 28 - Diapositive

Welke groene energie vormen ken jij

Slide 29 - Carte mentale

Groene stroom / Duurzame energie

Duurzame energie vormen zijn:

  • Zonne-energie (of zonnewarmte of straling in een elektriciteitscel)
  • Windenergie
  • Waterkracht energie
  • Traditionele centrale die een verbranding heeft van plantaardig materiaal die nu groeit. (eerst wordt de koolstof-di-oxide gebonden en later weer losgekoppeld)

Slide 30 - Diapositive

Wat is een nadeel van Kernenergie?
A
Koolstof-di-oxide
B
Warmte
C
Gevaarlijke straling
D
de turbines gaan stralen

Slide 31 - Quiz

Wat is het nadeel van een klassieke thermische centrale (warmte wordt opgewekt door verbranden van fossiele brandstoffen).
A
het is duur
B
het geeft teveel warmte
C
het zorgt voor een versterkt broeikas effect

Slide 32 - Quiz

Wat ga je deze les leren en moet je daarna Kennen en Kunnen
  • Hoe werkt een dynamo of een generator.
  • Wat is een magneet en hoe werkt deze.
  • Wat is een elektromagneet en hoe werkt deze.
  • Spanning opwekken.
  • "Groene stroom"
  • Duurzame energie.

Slide 33 - Diapositive