Close reading ROODKAPJE

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 8

Wat weet jij over roodkapje.

Het boek

In Gruwelijke rijmen rijmt de schrijver klassieke sprookjes met een vette knipoog. Assepoester, Roodkapje en Sneeuwwitje worden heel anders dan je altijd dacht. Leuker! Spannender! Gruwelijker!

Doel na 3 lessen

 Ik vergelijk het gedicht van Roald Dahl met het echte sprookje over Roodkapje.

Ik weet dan wat de verschillen en de overeenkomsten zijn.

Les 1

Roodkapje en de wolf

Deze symbolen gebruik je als je de tekst leest.

O   Omcirkel een moeilijk woord op een moeilijk zin

!    Dit vind ik belangrijk .....

     Dit valt me op .....

     Dit verrast me .......

?   Hier heb ik een vraag over ..... (schrijf de vraag ook op)

Doel les 1

Hoe weet jij dat dit een gedicht is?

Ik leer hoe ik de betekenis van moeilijke woorden in een tekst kan achterhalen.

Ik lees voor!

Omcirkel moeilijke woorden of uitdrukkingen in de zin.

we gaan aan het werk

Pak je werkboekje.

We doen het samen.

Kan je de betekenis van het woord achterhalen door:

• terug te lezen
• vooruit te lezen
• delen van het woord te bekijken 

Lukt dat niet dan zoeken je het woord op in het woordenboek.

https:

gruwelijk

afgrijselijk

knagen van honger

knagen: letterlijk

kleine stukjes van iets afbijten

hele erge honger hebben

met huid en haar

helemaal

de spijker op z'n kop slaan

precies zeggen waar het op aankomt

taai

moeilijk te breken, te snijden of te scheuren

Dit snoepgoed heet niet voor niks taai taai.

schriel

mager

scharminkel

mager mens of dier

Dit is ook een scharminkel

likkebaarden

zijn lippen smullend aflikken

Deze leeuwinnen zien een lekker hapje.

Ze zijn aan het likkebaarden.

traditiegetrouw

volgens oude gewoonte

watertanden

zó naar iets verlangen dat het speeksel in de mond komt

Zelfs deze smiley gaat watertanden

als hij iets lekkers ziet.

karkas

geraamte

Roodkapje heeft de vacht van de wolf om.

Wat blijft er dan van de wolf achter.

kaviaar

gezouten kuit van de steur

Kaviaar is heel erg duur.

Het wordt ook wel

het zwarte houd

genoemd.

Doel les  2

Ik kan het verhaal onderverdelen in

begin - midden - slot.

En ik kan titels voor het

begin-midden en eind verzinnen.

Tekst lezen

• We gaan samen het verhaal lezen. 
• Tijdens het lezen wil ik dat je let op het begin, het midden en het eind van het verhaal.
  

DE GROEPJES

HET BEGIN

• Waar begint het begin van de tekst? 
  
• Waarom kies jij voor die plek? Overleg met je groepje.
• Welke titel vind jij hierbij passen?
  

Wat doen we eerst?

    Je nummert de tekst Je begint bij 1

en maakt stappen van 5.​

HET MIDDEN

• Waar begint het midden van de tekst?
  
• Waarom kies jij voor die plek? Overleg met je groepje.
• Welke titel vind jij hierbij passen?

Wat doen we eerst?

    Je nummert de tekst Je begint bij 1

en maakt stappen van 5.​

HET SLOT

• Waar begint het slot van de tekst?
  
• Waarom kies jij voor die plek? Overleg met je groepje.
  
• Welke titel vind jij hierbij passen?

Wat doen we eerst?

    Je nummert de tekst Je begint bij 1

en maakt stappen van 5.​

Geef een omschrijving van Roodkapje zoals ze is in deze tekst.

Wat heb je geleerd in deze les?

Doel sessie 3

Ik vergelijk de tekst met het originele verhaal van Roodkapje.

Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomtsten.

We gaan beide verhalen lezen.

Let goed op overeenkomsten en verschillen.

Hoor of lees je iets zet er dan een streep onder.

Hoe gaan we werken

Wij werken bij deze activiteit in groepjes. 

Aan het einde van de les wordt het beoordeeld op netheid en niveau.

DE GROEPJES