9.5

Schooljaar 2024 -2025
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schooljaar 2024 -2025

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom, zoek je plekje

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning tweede periode
Week
Les 1 (di)
Les 2 (do)
Les 3 (vr)
45
9.1 + 3.1
uitval
9.2 + 3.2
46
Activiteiten dag
9.3 + 3.3
9.4 + 3.4
47
9.5 + 3.5
Oefentoets hst 9 + 3
10.1 + 5.1
48
10.2 + 5.2
10.3 + 5.3
10.4 + 5.4
49
10.5 + 5.5
Oefentoets hst 10 + 5
Herhalen 3
50
Herhalen 5
Start TW2
51
Tentamen hst 9 + 10 + 3 + 5
Vakantie 😊

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les:
- Startopdracht (Terugblik 9.4 bloedgroepen) en huiswerkcheck

- Uitleg leerdoelen 9.4 Rhesus factor en orgaandonatie + 9.5 SOA's 

- Zelfstandig werken (toetsje wordt nagekeken en opengezet)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht & huiswerkcheck
Startopdracht: 
Ga naar Lesson Up en maak het toetsje over 9.4 bloedgroepen. (eind vd les nagekeken)
Klaar? Laptop dicht en doorlezen blz 190 en bron 6

Huiswerkcheck: 
Maken + nakijken: 9.4 opdracht: 2, 5, 7, 9, 13



timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Marit is door een hond gebeten ze haalt een serum-injectie tegen tetanus.
Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke van de 4 rode bloedcellen hoort bij bloedgroep AB?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het groene pijltje stelt antigeen A voor.
Het paarse rondje stelt antigeen B voor.
 
Bij welke rode bloedcel(len) kun je geen antistoffen  terugvinden?
A
1
B
2
C
4
D
1 en 4

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de cellen zit antigeen A
Op de cellen zit antigeen A en antigeen B
Op de cellen zitten geen antigenen
Op de cellen zit antigeen B
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat maken de witte bloedcellen als iemand met bloedgroep AB- in aanraking komt met bloedgroep O- ?
A
Anti-B
B
Anti-A
C
Anit-A & Anti-B
D
Er worden geen antistoffen gemaakt.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Julia laat testen welke bloedgroep ze heeft. 
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed klontert bij als er anti-B in komt, bij anti-A gebeurd er niets.
Welke bloedgroep heeft ze?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


René laat zich ook testen.
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed niet gaat klonteren (zie afbeelding) Welke bloedgroep heeft René?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Mensen met suikerziekte kunnen worden geholpen door een alvleeskliertransplantatie. Na een transplantatie bestaat echter het risico dat het donororgaan afgestoten wordt. Bij zo’n afstotingsreactie zijn antigenen en antistoffen betrokken. Geef aan van wie de antigenen en de antistoffen zijn.
A
Antigenen = donor Antistoffen = donor
B
Antigenen = ontvanger Antistoffen = ontvanger
C
Antigenen = donor Antistoffen = ontvanger
D
Antigenen = ontvanger Antistoffen = donor

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Resusfactor
Resusantigenen

- Rh+ als je het resusantigeen 
hebt op je bloedcellen.

- Rh- als je geen resusantigeen
hebt op je bloedcellen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

een resusnegatieve moeder maakt antistoffen tegen het bloed van een resuspositieve baby.

Juna is zwanger, ze laat haar bloed testen en ze heeft A-. Welke antigenen heeft Juna op haar bloedcellen?
A
Antigen A
B
Antigen A & B
C
Antigen A & anti resus
D
Geen antigenen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Juna is zwanger, ze laat haar bloed testen en ze heeft A-. Haar baby heeft bloedgroep A+. Welke antigenen heeft haar baby?
A
Antigen A
B
Antigen A & B
C
Antigen A & anti resus
D
Geen antigenen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Juna heeft bloedgroep A- en is  voor het eerst zwanger van een baby met bloedgroep A+. Leg uit of dit schadelijk is.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Orgaantransplantatie
Orgaanafstoting: cellen van donororgaan hebben andere lichaamsvreemde antigenen 

Hoe groter de overeenkomst, hoe kleiner de afstoting (familie)

Afstotingsremmers gaan dit tegen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Mads heeft een aandoening waardoor zijn nieren niet werken. Hij krijgt via een donor een nieuwe nier. Na de operatie moet hij medicijnen slikken om te voorkomen dat zijn lichaam de nier afstoot. Deze medicijnen onderdrukken het immuunsysteem. 
Leg uit waarom er na een transplantatie het immuunsysteem onderdrukt moet worden.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

blz 195 - 202

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

blz 196 - 197  boek

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

blz 200 boek

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag, werk bij!
Huiswerk voor vrijdag 22 nov:

Maak van 9.4 opdr 14,16,19
En van 9.5 opdr 3,4,5,10,11, 12, 16, 17 
Ondertussen zal ik het toetsje nakijken en openzetten
 Huiswerk volgende les (donderdag 21 nov): leren voor de Oefentoets H3 en H9
Oefentoets, minimaal 5.5

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Toetsje Bespreken

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions