Verbuigen zelfstandige naamwoorden

Wat is het meervoud van 'alibi'?
A
alibi's
B
alibis
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is het meervoud van 'alibi'?
A
alibi's
B
alibis

Slide 1 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van 'foto'?
A
foto'tje
B
fotootje

Slide 2 - Quiz

De bezitsvorm. Hoe zeg je ook 'de agenda van Sarah'?
A
Sarahs agenda
B
Sarah's agenda

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van 'jury'?
A
jury's
B
jurys

Slide 4 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van 'cowboy'?
A
cowboytje
B
cowboy'tje

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van 'spray'?
A
spray's
B
sprays

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van 'genie'?
A
geniën
B
genieën

Slide 7 - Quiz

De bezitsvorm. Hoe zeg je ook 'de verjaardag van mama'?
A
mama's verjaardag
B
mamas verjaardag

Slide 8 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van 'baby'?
A
baby'tje
B
babytje

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van 'olie'?
A
oliën
B
olieën

Slide 10 - Quiz

De bezitsvorm. Hoe zeg je ook 'de humor van Ellis'?
A
Ellis humor
B
Ellis' humor

Slide 11 - Quiz

Wat is het meervoud van 'café'?
A
cafeetje
B
café'tje

Slide 12 - Quiz