brugklas herhaling hoofdstuk 1

Hoe heten de stukjes waarin een tekst is verdeeld?
A
alinea's
B
titels
C
onderwerpen
D
tussenkopjes
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoe heten de stukjes waarin een tekst is verdeeld?
A
alinea's
B
titels
C
onderwerpen
D
tussenkopjes

Slide 1 - Quiz

Wat is het verschil tussen een titel en een tussenkopje?

Slide 2 - Question ouverte

in venlo is er op woensdag een groot feest

Slide 3 - Question ouverte

in de herfst trekken de ganzen naar het zuiden

Slide 4 - Question ouverte

au of ou
verk..den

Slide 5 - Question ouverte

strijkb..t

Slide 6 - Question ouverte

kabelj..w

Slide 7 - Question ouverte

k..wgom

Slide 8 - Question ouverte

Noem twee kenmerken van een werkwoord.

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent:
met veel pracht en praal

Slide 10 - Question ouverte

wat betekent:
kommer en kwel

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor kolossaal?
A
een beetje
B
heel klein
C
reusachtig
D
middelmatig

Slide 12 - Quiz

Wat is een synoniem voor frequent?
A
zelden
B
vaak
C
soms
D
nooit

Slide 13 - Quiz

Wat is een synoniem voor stimuleren?
A
verzwakken
B
aanmoedigen
C
stoppen
D
tegenhouden

Slide 14 - Quiz

Wat is een synoniem voor huidige?
A
vroeger
B
gisteren
C
toekomstige
D
tegenwoordige

Slide 15 - Quiz

Wat is een synoniem voor conclusie
A
afbetaling
B
einduitkomst
C
gesprek
D
verwarring

Slide 16 - Quiz

Wat is een synoniem voor bewijzen?
A
aantonen
B
aanstellen
C
aanraden
D
aandenken

Slide 17 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van passief?

Slide 18 - Question ouverte

Is de persoonsvorm altijd een werkwoord?

Slide 19 - Question ouverte