Lesson 2-linkings words

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Lesson 2

In today's lesson:

- Lezen

- Uitleg en oefenen linking words

Goal of this lesson

Je kent wat Engelse linking words en wat hun functie is. 

Reading

--> What are you reading?

Linking words

Linking words helpen je om een tekst/zin te begrijpen

Linking words helpen je om goede Engelse zinnen te schrijven

Linking words zijn dus belangrijk!!

We gaan de betekenis leren & het gebruik oefenen

Linking words

zijn woorden die twee zinnen of zinsdelen met elkaar verbinden

example

I am going home. I am going to eat pizza.

I am going home and I am going to eat pizza.

Verschillende soorten

toevoeging: and, also, too

tegenstelling: but, however, although

oorzaak/gevolg: because, since, so

voorbeelden geven: such as, for example

tegenstelling

• Als je deze woorden gebruikt is wat in de ene zin staat het tegenovergestelde van wat in de andere zin staat

tegenstelling

• zin 1 - ik heb niet geleerd
• zin 2 - ik heb een hoog cijfer

zin 2 is een tegenstelling van zin 1

Ik heb niet geleerd toch heb ik een hoog cijfer

tegenstelling

• Deze woorden staan ook vaak aan het begin

ondanks dat ik niet geleerd heb, heb ik een hoog cijfer

hoewel ik niet geleerd heb, heb ik een hoog cijfer

Resultaat

-->Ik ben naar Kaatsheuvel verhuisd 

-->Nu woon ik dicht bij school 

Resultaat

--> Ik ben naar Kaatsheuvel verhuisd 

--> Dus nu woon ik dicht bij school 

.......... you, nobody writes me

1. besides
2. as a result
3. that's why
4. so

She objected at first,..... finally submitted.

1. also
2. provided
3. but
4. besides

He appeared relaxed, .......... the danger.

1. despite
2. consequently
3. after all
4. hence

.......... she was far away, she could see that he was watching her.

1. therefore
2. although
3. for
4. since

You want to stay with him, .......... what he did?

1. moreover
2. although
3. therefore
4. in spite of

It was raining, but ......... we had to go out

1. even so
2. whereas
3. however
4. moreover

I will try to make friends ........ of enemies.

1. however
2. instead
3. nevertheless
4. nonetheless

It was an old song, but ......... it was a favorite when they performed it

1. certainly
2. conversely
3. whereas
4. nevertheless

Would you like to go to the movies? I ...... go to a restaurant.

1. rather
2. in addition
3. what is more
4. indeed

............ most new PCs have several USB slots, older ones often only had one.

1. whereas
2. hence
3. thus
4. in addition

They stay awake at night ....... researchers work in the daytime.

1. therefore
2. while
3. in addition
4. rather

........... he had studied hard for this test, he failed to get an A.

1. unless
2. besides
3. though
4. moreover

he asked me whether I had stolen the money. ...... I would do such a thing

1. indeed
2. as if
3. thus
4. what is more

www.english-grammar.at

https:

Goal of this lesson

Je kent wat Engelse linking words en wat hun functie is.