zuur-basereacties opstellen 1

Zuur-base reacties opstellen
  • Je kent de definitie van een zuur-basereacties
  • Je kent de juiste notatie van zure/basische oplossingen
  • Je kunt met behulp van gegeven stoffen zelf een zuur-basereactie opstellen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zuur-base reacties opstellen
  • Je kent de definitie van een zuur-basereacties
  • Je kent de juiste notatie van zure/basische oplossingen
  • Je kunt met behulp van gegeven stoffen zelf een zuur-basereactie opstellen

Slide 1 - Diapositive

Basen vormen in water steeds :
A
H3O+ ionen
B
OH- ionen
C
H2O ionen
D
H+ ionen

Slide 2 - Quiz

BaO + H2O -> Ba2+ + 2 OH-

Is dit een zuurbase reactie?
A
Ja, O2- in BaO reageert als zuur, neemt H+ op.
B
Ja, O2- in BaO reageert als base, neemt H+ op.
C
Ja, O2- in H2O reageert als base, neemt H+ op.
D
Nee, dit is geen zuurbase reactie.

Slide 3 - Quiz

Onthoud!
  • Een zwak zuur noteer je als HZ (aq) een sterk zuur als H+/H3O+ (aq) + Z-
  • Basen zijn meestal zouten, dus let op of je een vast zout hebt óf dat het zout is opgelost en losse ionen heeft gevormd (bijv Na+ en Cl-)

* HZ is de standaard notatie van een zuur

Slide 4 - Diapositive

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?
A
HF(l)
B
HF(aq)
C
H3O+(aq)
D
H3O+(aq)+F(aq)

Slide 5 - Quiz

Waterstof-chloride
Zwavel-zuur
Fosfor-zuur
Salpeter-zuur
HCl
HNO3
H2SO4
H3PO4

Slide 6 - Question de remorquage

Hydroxide
Oxide
Ammoniak
Carbonaat
NH3
-OH-
-O2-
-CO32-

Slide 7 - Question de remorquage

Zuurbase reacties

Slide 8 - Diapositive

proefje transparant ei
Een paar lessen terug heb je een ei in azijn gelegd. Kijk eens goed wat er met je ei is gebeurd:
  • Meet de pH van de oplossing. Is de zuurder of minder zuur geworden?
  • Hoe zou dat komen?
  • Tijdens de reactie zagen we belletjes ontstaat. Als je goed kijkt zie je dat er nog een andere stof is ontstaat, hoe ziet deze eruit?

Slide 9 - Diapositive

proefje: transparant ei
Een eierschil bestaat vooral uit Calciumcarbonaat, wanneer je hier azijn aan toevoegt vindt er een reactie plaats waarbij water, koolstofdioxide en een neerslag ontstaan.

Geef de reactievergelijking......


Slide 10 - Diapositive

Geef de reactievergelijking van de eierschil (calciumcarbonaat) met azijn. Er ontstaat: Water, koolstofdioxide en een neerslag

Slide 11 - Question ouverte

uitwerking
onze beginstoffen waren:
Base: CaCO3 (s) (eierschil=vaste stof)  en zuur: CH3COOH (aq) (zwak zuur)
de reactieproducten: H2O, CO2 en neerslag
Uit de de CO3 2- ontstaat H2CO3 (valt uiteen in H2O en CO2) dan blijft voor de neerslag over: CH3COO- en Ca2+ --> Ca(CH3COO)2

totaal: CaCO3(s) + 2 CH3COOH(l) Ca(CH3COO)2(s) + H2O(l) + CO2(g)

Slide 12 - Diapositive

stappenplan reactie opstellen
1. Noteer welke stoffen aanwezig zijn (let goed op notatie, zijn het losse ionen?)
2. Welke stof is het zuur en welke de base?
3. Schrijf de reactie op (let op de uitzonderingen H2SO4 en H2CO3)
4. Controleer: geen stoffen weg te strepen? Geen neerslag?

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld 1: zoutzuur + natronloog vormen water
  1. Deeltjes: H+, Cl-, Na+, OH-, H2O,
  2. zoutzuur =  zuur; natronloog = oplossing van natriumhydroxide in water, dus losse ionen
  3. Zuur: H+, Base: OH-
  4. Reactievergelijking: H+ + OH- -> H2O
    let op: de Na+ en Cl- vormen geen neerslag en blijven dus opgelost, voor en na de pijl dezelfde stof = wegstrepen

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld 3: zwavelzuur + kaliumoxide waarbij onder andere water ontstaat
  • Deeltjes: (2) H+, SO42- (want zwak) en K2O (vast zout, dus volledige formule zout (zie BINAS))
  • Zuur: H+, base: O2- in K2O
  • Reactievergelijking: 
  • oplossen: K2O -> 2 K+ + O2-
  • zuur-base: 2 H+ + O2- -> H2O
  • totaal: K2O + 2 H+ -> 2 K+ + H2O

Slide 15 - Diapositive

Geef de reactievergelijking van azijnzuur + kaliloog (KOH)

Slide 16 - Question ouverte

Voorbeeld 2: azijnzuur + kaliloog
  • Deeltjes: CH3COOH, K+, OH-, H2O
  • azijnzuur = zuur ; kaliloog = oplossing van kaliumhydroxide in water, dus losse ionen)
  • Reactievergelijking: CH3COOH + OH- -> CH3COO- + H2O
  • Reactievergelijking: K+ + CH3COOH + OH- -> CH3COO- + H2O + K+

Slide 17 - Diapositive

prijsvraag HU
Daarom hebben wij besloten de uiterlijke datum van inzending te verlengen naar 19 oktober om 12.00 uur. De leerlingen kunnen hun antwoorden indienen via https://forms.office.com/r/EyEFnRWAfa

Slide 18 - Diapositive

aan de slag!
opgaven: 36, 37, 39, 40 en 41

Slide 19 - Diapositive