Kapitel 4 Lektion 1, 2, 3
1 / 19
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
der Laden
A
de winkel
B
de kleur
C
de brug
D
de kans
Slide 2 - Quiz
dennoch
A
nauwelijks
B
tamelijk
C
echter, toch
D
integendeel
Slide 3 - Quiz
kaum
A
tamelijk
B
echter
C
stom
D
nauwelijks
Slide 4 - Quiz
het gemeentehuis
Slide 5 - Question ouverte
de kerk
Slide 6 - Question ouverte
de bakkerij
Slide 7 - Question ouverte
billig
A
goedkoop
B
gedeeltelijk
C
tamelijk
D
nu
Slide 8 - Quiz
der Bauernhof
A
de boerderij
B
de sfeer
C
de baan
D
de grote stad
Slide 9 - Quiz
tatsächlich
A
tamelijk
B
stom
C
goedkoop
D
werkelijk, inderdaad
Slide 10 - Quiz
de schouwburg
Slide 11 - Question ouverte
doof
A
doof
B
stom
C
nauwelijks
Slide 12 - Quiz
der Arbeitsplatz
A
de woonwijk
B
de brug
C
de kans
D
de baan, het werk
Slide 13 - Quiz
het ziekenhuis
Slide 14 - Question ouverte
het vliegveld
Slide 15 - Question ouverte
de bioscoop
Slide 16 - Question ouverte
spazieren
A
er zijn
B
wandelen
C
opgroeien
Slide 17 - Quiz
die Brücke
A
de winkel
B
de sfeer
C
de kleur
D
de brug
Slide 18 - Quiz
het centraal station
