§1.5 Revolutie in Rusland

De Russische Revolutie
In totaal kun je 19 punten verdienen!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Russische Revolutie
In totaal kun je 19 punten verdienen!

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Volgende dia: Wat is de Russische Revolutie? - High Speed History (1:00) met daarna de leerdoelen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leerdoelen:
1. kun je verwoorden welke rol Nicolaas II, Lenin en Stalin spelen in de Russische Revolutie;

2. weet je van de drie genoemde personen de belangrijkste kenmerken op te sommen van hun regeerperiode van Rusland / de Sovjet-Unie.

Slide 4 - Diapositive

Mag ik jullie even voorstellen....

Ik ben tsaar (= absoluut vorst) Nicolaas II van de Romanov-familie.
Mijn familie bestuurt al meer dan 300 jaar het grootste land ter wereld, Rusland. Ik regeer met absolute macht en ik heb mijn eigen 'geheime politie' die mensen bespioneert en gevangenzet als zij kritiek op mij uiten. 

In de zomer van 1918 gaat het helemaal mis. Ik word gewekt uit mijn bed en word met mijn gezin gedwongen te verhuizen van mijn paleis in Moskou naar een gewoon huis in het verre oosten van Rusland, om precies te zijn in Siberië.
Daar worden een aantal dagen later in de kelder, mijn vrouw, mijn zoon en ikzelf vermoord. Mijn dochters zien dit en gillen het uit. Vervolgens worden ook zij ook doorzeefd met kogels.

Maar waarom ben ik vermoord en door wie? 
Volgende dia: de Russische Revolutie de Romanov - Yentl de Groot (2:40)
wachtwoord: Tsarovich 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Mag ik jullie even voorstellen....

Ik ben Vladimir Lenin. Ik ben de opdrachtgever van de moord op Nicolaas II en zijn familie. Ik vind dat Rusland op een verkeerde manier wordt bestuurd, en ben de honger en de oorlog (Eerste Wereldoorlog) zat! 
Daarom voer ik een nieuw politiek systeem in, namelijk het communisme dat bedacht is door Karl Marx. 
In een communistisch land is iedereen gelijk aan mekaar.  Dus bv de fabrieksbazen moeten al hun bezit verdelen over de arbeiders. Om het communisme in te voeren, is veel geweld nodig tegen iedereen die tegen mij is. Daarom wordt het communisme ook wel extreemlinks genoemd.
Extreem vanwege het gebruik van geweld, en links vanwege het streven naar gelijkheid. 

De invoering van het communisme in Rusland is een grote, ingrijpende verandering, daarom heet deze gebeurtenis de Russische Revolutie. 
De kleur van het communisme is rood met de symbolen de hamer en de sikkel.  

Volgende dia: Filmpje: Wat is het communisme kortsamengevat? - Clipphanger (+ 1 min.)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Burgeroorlog
Rijken mensen, zoals fabrieksbazen, willen natuurlijk nooit hun bezit inleveren, daarom kan alleen de revolutie een succes worden als geweld wordt toegepast. Daarom richt Lenin het Rode Leger op dat vijanden moet uitschakelen. Een 'geheime politie' (de KGB) helpt om de vijanden te vinden. Gevolg is een gruwelijke burgeroorlog met veel doden door honger, geweld en terreur (= geweld om mensen angst aan te jagen).
De Roden (communisten o.l.v. Lenin)  winnen de oorlog tegen de Witten (aanhangers van tsaar Nicolaas II) en veranderen de naam het land van Rusland naar: de Sovjet-Unie (1922-1991).
Lenin regeert als een dictator en de Communistische Partij (CP) is de enige toegestane partij in de politiek, gevolg: een eenpartijdictatuur. De partij had controle over alle onderdelen van de samenleving (van school tot theater, van sportclub tot krant). Kortom, een totalitaire staat. 
In de geschiedenisboeken staat dat de communisten met veel geweld de macht grepen, maar het Winterpaleis in 
St. Petersburg innemen ging heel eenvoudig. Hoe dan? (+ 2 min.)
De dictator Lenin, leider van 1922 tot 1924.
In 1924 overlijdt Lenin, zijn opgebaarde lichaam is nog te zien op het Rode Plein in Moskou.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hallo, mag ik mij tenslotte ook even voorstellen....

Ik heet Jozef Stalin en ben in 1924 tot 1953 de opvolger van Lenin.  Lenin vond mij eigenlijk te grof en ongeschikt als nieuwe dictator (= alleenheerser). Tijdens mijn dictactuur win ik met andere geallieerde landen de Tweede Wereldoorlog tegen Nazi-Duitsland.
Ik sta vaak in het lijstje van top 10-grootste moordenaars ooit bestaan. En dat is geheel terecht. Ik heb namelijk tijdens mijn regeerperiode van de Sovjet-Unie een grote wereldmacht gemaakt door veel te investeren in de (zware) industrie in plaats van in de landbouw. Deze ingrijpende verandering voer ik uit met vijfjarenplannen, waarin de staat (ikzelf dus) bepaalt wat bedrijven per 5 jaar moeten uitvoeren en produceren. In deze planeconomie zijn er 3 vijfjarenplannen geweest, waarin de Sovjet-Unie veranderde in een sterk industrieland. 

Verder moeten boeren hun eigen kleine boerderij afstaam aam de regering en met meerdere boeren op één grote boerderij (kolchoz) van de staat samenwerken (= collectivisatie) De opbrengst van de boerderij is van de staat. Ben je het als boer hiermee oneens? Dan kom je als dwangarbeider in Siberie terecht en moet je onder erbarmelijke omstandigheden werken in goelags (= strafkampen). Twaalf miljoen mensen sterven hier! 

Ook voer ik een extreem onderdrukkend systeem in: het stalinisme. Welke kenmerken?
- Persoonsverheerlijking                    - Showprocessen                      - Zuiveringen
- Terreur                                                  - Censuur                                    - Propaganda
- Indoctrinatie (via onderwijs)           - Geheime politie
Volgende dia: plaatjes van kenmerken van stalinisme. 

Slide 11 - Diapositive

Hierna: Jort Geschiedenis - Stalinisme in de Sovjet-unie (+ 4 min)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Een Russische boer schrijft een brief aan de communistische partij (1929):
"Ik wil mijn boerderij niet verlaten. Het is dan wel een simpele kleine hut, maar hij is van mij. Ik heb een mager paard, maar het is van mij. Wie hard werkt, heeft iets te eten. Wij boeren zijn niet gewend in loondienst te werken; wij werken voor onszelf."
"In bovenstaande bron protesteert een boer tegen een besluit van de Communistische Partij onder leiding van Stalin. Dat besluit had te maken met een nieuwe landbouwpolitiek in de Sovjet-Unie.
Welk begrip past bij de nieuwe landbouwpolitiek waartegen de boer protesteert?

Slide 14 - Question ouverte


Klik op de afbeelding om in te zoomen. 
Bekijk hiernaast een print screen van 2:00.

Welke begrippen horen bij de cijfers 1, 2 en 3 te staan?
Hierna: sleepvraag
A
1: vijfjarenplannen, 2: een planeconomie, 3: collectivisatie
B
1: een planeconomie, 2: vijfjarenplannen, 3: collectivisatie
C
1: vijfjarenplannen, 2: collectivisatie, 3: planeconomie
D
1: collectivisatie, 2: vijfjarenplannen, 3: een planeconomie

Slide 15 - Quiz

Hierna: sleepvraag
Bekijk hieronder 2 printscreens. Sleep de begrippen naar de juiste plek:
Persoonsverheerlijking
Geheime politie
Stalinisme
Showprocessen
Censuur
Strafkampen
Terreur
Zuiveringen
Propaganda

Slide 16 - Question de remorquage

Hierna: enkele quizvragen.
Sleep de begrippen die passen bij de ontwikkeling die in de bron is te herkennen: 
vrijemarkt-economie
vraag en aanbod
planeconomie
collectivisatie
aandelenbeurs

Slide 17 - Question de remorquage

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Nicolaas II
C
Lenin
D
Stalin

Slide 18 - Quiz

Het communisme in de Sovjetunie had gevolgen voor de arbeiders.

Welk gevolg voor de arbeiders is juist?
A
De arbeiders merkten niet veel van het communisme, omdat het communisme zich vooral bezighield met politiek.
B
De arbeiders moesten door middel van communistische vijfjarenplannen eigen bedrijven beginnen.
C
De arbeiders moesten werken aan de door de communistische partij opgelegde productieplannen.
D
De arbeiders werden massaal van de stad naar het platteland gestuurd om daar verplicht samen te werken in de landbouw.

Slide 19 - Quiz

Hiernaast zie je een spotprent uit 1928.
Stalin zegt: “Voor mij is er geen honger in de Sovjetunie.”

Op welk onderdeel van de politiek van Stalin heeft de tekenaar kritiek?
A
op de indoctrinatie van de Russische bevolking
B
op de persoonsverheerlijking van Stalin
C
op de propaganda in de Sovjetunie
D
op de vervolging van politieke tegenstanders

Slide 20 - Quiz

Hieronder staan enkele beweringen over het communisme in de Sovjetunie.

Welke bewering is juist?
A
Arbeiders werden gestimuleerd om binnen vijf jaar zoveel mogelijk eigen bedrijven te beginnen
B
Arbeiders werkten op basis van een planeconomie die precies voorschreef hoeveel er geproduceerd moest worden.
C
Boeren werden verplicht om elke vijf jaar grond te kopen van de overheid.
D
Boeren werkten op basis van een planeconomie die gebaseerd was op vraag en aanbod.

Slide 21 - Quiz

Een fragment uit een dagboek van iemand uit de Sovjet-Unie (1937):

"Wat hier gebeurt, kun je alleen maar verraad noemen. De belangrijkste dingen worden tijdens rechtszaken niet gezegd. Het pijnlijkst is het gedrag van vroegere partijleiders. Eigenlijk zouden ze zich moeten verdedigen, maar ze zeggen ‘het spijt me’. Ze vertellen de rechter alles wat die wil horen.
Daarna worden ze naar een strafkamp gestuurd."

Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?
A
censuur en persoonsverheerlijking
B
censuur en zuiveringen
C
showprocessen en persoonsverheerlijking
D
showprocessen en zuiveringen

Slide 22 - Quiz

Hiernaast zie je een schilderij uit 1937 waarop Stalin in gesprek is met afgevaardigden op een
Volkscongres. Op de achtergrond staat een standbeeld van Lenin.

Welk bijschrift past bij de propagandaboodschap van de bron?
A
Onze leider geeft aan dat Lenin hem moet opvolgen als staatshoofd.
B
Onze leider is een minder belangrijke leider dan Lenin.
C
Onze leider vindt dat we het communisme van Lenin niet meer moeten volgen.
D
Onze leider volgt het voorbeeld van Lenin.

Slide 23 - Quiz

Hiernaast zie je een poster uit de Sovjet-Unie (1932).

Welke kenmerken van stalinisme zijn te herkennen in de bron?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur

Slide 24 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Welke begrippen passen bij de bron? 
A
persoonsverheerlijking + propaganda
B
persoonsverheerlijking + terreur
C
planeconomie + propaganda
D
planeconomie + terreur

Slide 25 - Quiz


Een Russische man vertelt over de tijd van het stalinisme:
"Ik weet niet waarom, maar ik voel dat die vent mij constant in de gaten
houdt. Hij gedraagt zich erg vreemd. Hij is misschien een spion. Ik moet
voorzichtig blijven".

Welk begrip hoort bij bovenstaande tekstbron? 

A
censuur
B
geheime politie
C
showproces
D
zuiveringen

Slide 26 - Quiz

Sleep de begrippen van het Stalinisme naar de bron die je echt herkent in de bron:
showprocessen
zuiveringen
strafkampen
collectivisatie
planeconomie

Slide 27 - Question de remorquage

Welke uitspraken horen bij de economie van de Sovjet-Unie in de periode 1930-1940? 
Sleep deze uitspraken naar de groene kolom:
De juiste zinnen:
De productie wordt vastgesteld door een plan van de regering.
De regering bepaalt de prijs van een aantal belangrijke producten. 
Het aanbod van goederen wordt bepaald door de vraag van de
consument. 
Het doel van productie is het maken van winst. 
Natuurlijke hulpbronnen, zoals olie, zijn in handen van privébedrijven.

Slide 28 - Question de remorquage

Na deze quizvraag nog een filmpje over de Russische leider Poetin met daarna de laatste 2 quizvragen en een sleepvraag.

Kies de juiste tijdsvolgorde:
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Momenteel is Moskou de hoofdstad van Rusland.

Welke plaats in Rusland is ook eens de hoofdstad geweest?
A
Novosibirsk
B
Sint-Petersburg
C
Jekaterinenburg
D
Geen van de genoemde plaatsen is juist

Slide 31 - Quiz

Bekijk hiernaast een print screen van 8:00.

Deze man werd geinterviewd.
Is hij een voorstander of een tegenstander van het communisme?
A
Voorstander
B
Tegenstander

Slide 32 - Quiz

Sleep de onderstaande vier gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
Rusland doet mee met de Eerste Wereldoorlog.
De communisten bestormen het Winterpaleis in Sint-Petersburg.
Tsaar Nicolaas II en zijn familie worden op brute wijze vermoord.
De Russische leider Poetin houdt de tsarenverering in leven.

Slide 33 - Question de remorquage

Tenslotte: Typ uit een goede toetsvraag (met bijbehorend antwoord) die je graag in de toets terug wilt zien:

Slide 34 - Question ouverte