mon, ton, son

bezittelijk voornaamwoord
1 / 29
suivant
Slide 1: Carte mentale
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

zijn, haar

jouw

mijn
mon,ma,mes
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 3 - Question de remorquage

mon père
ma mère
mes frères

Slide 4 - Diapositive

Heb je het begrepen?
Tekst
oui
non
un peu

Slide 5 - Sondage

 Kies de juiste vorm
Voilà (jouw) ______________ livres.
ton
ta
tes

Slide 6 - Diapositive

Luc
Son père, Jef
Sa soeur, Monique
Ses enfants, Marie & Greet
Sa mère, Annie

Slide 7 - Diapositive

Monique
Son père, Jef
     Son frère, Luc
Ses enfants, Marie & Greet
Sa mère, Annie

Slide 8 - Diapositive

vertaal: haar moeder

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal: haar broer

Slide 10 - Question ouverte

vertaal: zijn boek

Slide 11 - Question ouverte

vertaal: haar boek

Slide 12 - Question ouverte

vertaal: haar huis (v)
...... maison

Slide 13 - Question ouverte

vertaal: zijn huis (v)

Slide 14 - Question ouverte

LET OP
l'ami= de vriend
mon ami = mijn vriend
l'amie = de vriendin
mon amie = mijn vriendin

Omdat amie met een a begint = mijn ...mon

Slide 15 - Diapositive

haar vriendin
A
son amie
B
sa amie

Slide 16 - Quiz

welk woord past, mijn school =
........... école

Slide 17 - Question ouverte

welk woord? jouw boeken =....................livres

Slide 18 - Question ouverte

... oncle(mijn oom)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 19 - Quiz

mijn ouders
___ parents
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 20 - Quiz

... parents (haar ouders)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 21 - Quiz

C'est difficile: 1
zijn = son, sa, ses
zijn broer = son frère, zijn moeder = sa mère
haar = son, sa, ses
haar broer = son frère, haar moeder = sa mère

Slide 22 - Diapositive

C'est difficile:  2
mijn, jouw, zijn, haar voor een enkelvoud vrouwelijk woord beginnend met een klinker of h = mon, ton, son
jouw vriendin = ton amie/ ta copine
haar school = son école/ son collège
mijn vriendin = mon amie/ ma copine

Slide 23 - Diapositive

noteer zoveel mogelijk Franse bezittelijke voornaamwoorden

Slide 24 - Carte mentale

Compris?
Oui
Non
Un peu

Slide 25 - Sondage

maak het schema in je schrijft

Slide 26 - Question ouverte

extra uitleg nodig?
Bekijk het filmpje nog een keer. Op je laptop op de website of op je telefoon (op bladzijde 55 staat een QR code). Of je leest de uitleg nog een keer goed op bladzijde 55.

Slide 27 - Diapositive

geen uitleg meer nodig?
Maak de opdrachten 16A, 16B, 16C (bladzijde 54 en 55)

Slide 28 - Diapositive

Bonne chance!

Slide 29 - Diapositive