Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Wetenschap/onderzoek +waarnemen
Week 40
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Herhaling alle leerdoelen per week!
30 Seconds!
Mocht er nog tijd zijn: stukje film kijken
Slide 2 - Diapositive
Week 35
Slide 3 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat wetenschap is?
Slide 4 - Question ouverte
Waarom is wetenschap zo belangrijk? noem drie redenen
Slide 5 - Question ouverte
Lola wilt weten wat er gebeurt als zij een glas over een waxinelichtje doet. Wat kan zij als onderzoeksvraag opschrijven?
Slide 6 - Question ouverte
Lola wilt weten wat er gebeurt als zij een glas over een waxinelichtje doet. Schrijf een hypothese bij dit proefje!
Slide 7 - Question ouverte
Week 36
Slide 8 - Diapositive
Geur is een impuls
A
Klopt helemaal
B
Klopt niks van
Slide 9 - Quiz
Van prikkel tot impuls
Prikkel= verandering in omgeving
Impuls= prikkel omgezet wat de hersenen begrijpen
Slide 10 - Diapositive
Reflex
Bewuste reactie
Slide 11 - Question de remorquage
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen
Slide 12 - Question de remorquage
Week 37
Slide 13 - Diapositive
Wat is wit licht?
A
Heel licht geel licht
B
Alle kleuren bij elkaar
C
Blauw en groen licht
D
Gewoon wit
Slide 14 - Quiz
Wit licht
Waaruit bestaat wit licht?
Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw
Violet
Prisma
Slide 15 - Diapositive
directe lichtbronnen
indirecte lichtbronnen
Zon
maan
planeet
kaars
lamp
boek
kast
Slide 16 - Question de remorquage
Djenna draagt niet goed haar bril tijdens de proefjes waardoor haar wimper en wenkbrauw is weggebrand... Leg uit wat dit voor gevolg kan hebben. (biologisch gezien)
Slide 17 - Question ouverte
Djenna draagt niet goed haar bril tijdens de proefjes waardoor haar wimper en wenkbrauw is weggebrand... Daarnaast ziet ze dat het zwart gedeelte van haar oog groter is dan de andere kant. Hoe heet dit onderdeel en leg uit wat er niet meer goed werkt.
Slide 18 - Question ouverte
Directe lichtbron
Een directe lichtbron is een bron die zelf licht uitstraalt.
Voorbeeld: een lamp, vuur, sterren, kaarsen en de zon.
Indirecte lichtbron
Een indirecte lichtbron is een voorwerp die zelf geen licht uitzendt maar licht weerkaatst.
Voorbeeld :een tafel, stoel, kast en zelfs een mens weerkaatst licht.
Slide 19 - Diapositive
Week 38
Slide 20 - Diapositive
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 21 - Quiz
Vergroting
- Vergroting microscoop =vergroting objectief x vergroting oculair
- Wat zijn dan de vergrotingen van de school microscoop?
Slide 22 - Diapositive
Bij een schematische tekening mag je kleur gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Natuurgetrouwe tekening
trouw aan de natuur
ziet er net echt uit
veel details!
Schematische tekening
als doel de onderdelen duidelijk maken
Slide 24 - Diapositive
Week 39
Slide 25 - Diapositive
Wat is decibel?
A
blijvende schade aan zintuigcellen
B
gedeelte van het oor dat zichtbaar is
C
geluidssterkte
D
trillingen in de lucht
Slide 26 - Quiz
zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
hamer
aambeeld
trommelvlies
slakkenhuis
Stijgbeugel
Slide 27 - Question de remorquage
Opvangen van de trillingen
Geven de trillingen van het trommelvlies door aan een vlies in het slakkenhuis
Met lucht gevulde holte achter het trommelvlies
Onderdeel van het oor dat door geluiden in trilling wordt gebracht
Kliertjes in de gehoorgang die oorsmeer produceren.
Oorsmeer zorgt ervoor dat het trommelvlies flexibel blijft
Onderdeel van het oor dat impulsen naar de hersenen geleidt
Onderdeel van het oor dat de trommelholte met de keelholte verbindt
Onderdeel van het oor dat bestaat uit vloeistof, basilair membraan en zintuigcellen