Les 0 - snelheid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

H4 snelheid

Lesplanning:

1. Opstart
2. Practicum mengen en scheiden
3. Uitleg snelheid berekenen m.b.v. verhoudingstabel
4. Maken opgave (3), 4, 5, 6 en (6)

Geen tijd om te starten met H4

Proef 4

Uit hoeveel procent zout bestaat het mengsel van zout en zand?

• Goed lezen! Ga stap voor stap te werk.
• Veilig met de brander werken.

Proef 4 - mengen en scheiden

  Geen chromebooks en/of boeken op tafel tijdens de practica.

§4.1 snelheid

Aan het einde van de  deze paragraaf kan je ...

• de gemiddelde snelheid berekenen aan de hand van een verhoudingstabel;
• een s,t-diagram opstellen;
• de begrippen gemiddelde snelheid, constante snelheid, eenparige beweging uitleggen.

Wat is snelheid?

snelheid (v) in km/h en m/s 

Vanaf 1:30

Stroboscopische foto

Eenparige beweging

Op elk moment heeft de snelheid dezelfde richting en grootte.

Rekenen met snelheid

verhoudingstabel

Snelheid 

verhoudingstabel

Voorbeeld 1

Jip fiets met een
gemiddelde snelheid
van 15 km/h.
Welke afstand legt Jip
in 4,5 uur af?

Snelheid 

verhoudingstabel

Voorbeeld 2

Damian fiets 50 km met
een gemiddelde

snelheid van 12 km/h.

Bereken hoe lang Damian
heeft gefietst.

Snelheid 

verhoudingstabel

Voorbeeld 3

Emma loopt in
10 seconde 22 meter.

Bereken de
gemiddelde snelheid

van Emma.

Pen, papier, rekenmachine

nodig voor de volgende vragen.

Lightning McQueen heeft net een paar rondes op het circuit gereden. In totaal heeft hij 6,5 km gereden in 200 sec.
Wat is zijn gemiddelde snelheid ?

1. 1300 000 m/s
2. 32, 5 m/s
3. 117 km/h
4. 32,5 km/h

Snelheid 

verhoudingstabel

6500

200

Een audi R8 heeft een topsnelheid van 325 km/h. Hoe lang doet de audi minimaal over 1000 m?

1. 0,0031 h
2. 0,031 h
3. 0,325 h
4. 11 seconden

Snelheid 

verhoudingstabel

325

1

1

Jasper fietst in 20 minuten met een gemiddelde snelheid van 10 km/h van school naar huis. Bereken de afstand van school naar Jasper zijn huis.

1. 2,0 km
2. 2000 m
3. 3,3 km
4. 5,0 km

Snelheid 

verhoudingstabel

10

0,33

1

Aan de slag

Maken en nakijken in je schrift:

§4.1 opgave (4), 5, 6, 9 en (13)

Je fietst 22 minuten met een snelheid van 15 km/h. Welke afstand heb je afgelegd?

1. 3,3 km
2. 5,0 km
3. 5,5 km
4. 6,8 km