communicatie problemen

communicatie problemen 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

communicatie problemen 

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn de twee belangrijkste aspecten van communicatie

Slide 2 - Question ouverte

Communiceren via whatsapp is verbale communicatie
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Taal-spraakstoornis
Taal- of spraakstoornissen kunnen ontstaan door veroudering, niet-aangeboren hersenletsel of een andere aandoening.

Kan komen door: taal niet begrijpen, niet goed kunnen horen/zien, prikkelverwerking, spieren


Slide 4 - Diapositive

Er is 1 vorm van afasie
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Mensen met afasie kunnen problemen ervaren in :
spreken - begrijpen - lezen - schrijven
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Klachten/symptomen afasie
  • Zoeken naar woorden / niet op woorden komen.
  • Veel pauzes tijdens spreken of vaker 'uh' zeggen.
  • Klanken of delen van woorden verwisselen.
  • Een woord kan ook vervangen worden door een niet bestaand woord
  • Lang denken voor spreken.
  • Matige deelname aan gesprek met meerdere personen.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht:
Maak tweetalen:
Samen kiezen jullie een taal- of spraakstoornis en je maakt hierover voorlichtingsmateriaal. Zoals een poster of flyer of korte presentatie.

Deze laat je aan het einde van de les zien in de klas


Kies de taal- of spraakstoornis waarover de voorlichting gaat. Kies uit:
o dysartrie
o spraakapraxie
o sensorische verwerkingsstoornis
o afasie van Broca
o afasie van Wernicke
o globale afasie
o laaggeletterdheid
o taalbarrière




Slide 10 - Diapositive

Opdracht- materiaal moet voldoen aan:
Bepaal welk voorlichtingsmateriaal het best bij deze aandoening past. Een folder met alleen tekst is bijvoorbeeld geen goed idee bij iemand die niet kan lezen.
Maak voorlichtingsmateriaal voor de zorgvrager zelf.
Maak hierin duidelijk:
o wat de aandoening precies inhoudt
o welke gevolgen de aandoening kan hebben
o wat de zorgvrager zelf kan doen om de communicatie te verbeteren

Slide 11 - Diapositive