Cursus 4 taal §4 thematische uitdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

• Herhaling vorige les
• Kennen en kunnen
• Zelfstandig werken
• Opdracht
• Afsluiting

VERBAAL

NON-VERBAAL

De jongen knipoogt naar het meisje.

De docent steekt zijn duim op naar de leerling.

De conducteur vraagt of ik een kaartje heb gekocht.

De voetbalspeler scheldt de scheidsrechter uit. 

• Thematische uitdrukkingen

• Uitleggen wat uitdrukkingen zijn.
• Betekenissen van een aantal thematische uitdrukkingen kunnen benoemen. 

• Wat: Lees tekst 1 en maak opdracht 1 blz. 92 93
• Hoe: individueel
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 10 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: Ga verder met opdracht 2, 3 en 4. of leer de woordenlijst

§4 Thematische uitdrukkingen - blz. 98 

Thematische uitdrukkingen

• Uitdrukkingen zijn unieke combinaties van woorden om uit te leggen wat je bedoelt. 

• Veel van deze uitdrukkingen zijn thematisch. Denk bijvoorbeeld aan het weer, dieren of het menselijk lichaam.
• Na regen komt zonneschijn.
• Blaffende honden bijten niet.
• Een oogje op iemand hebben.

• Zijn vaste combinaties van woorden.
• Zijn ook altijd figuurlijk bedoeld.

Wie weet nog een uitdrukking?

Uitdrukkingen

• Wat: Maak het werkblad. Noteer per afbeelding welke thematische uitdrukking je herkent. Noteer erachter wat ermee wordt bedoeld. 
• Hoe: in tweetallen
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 10 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: Ga verder met opdrachten van paragraaf 4 of de begrippen leren. 

Spreekwoorden en uitdrukkingen

1. Zoek op de poster tien  spreekwoorden of uitdrukkingen 

en schrijf deze op in je schrift.
2. Noteer wat deze uitdrukkingen betekenen.

3. Onderzoek waar jouw spreekwoord of uitdrukking vandaan komt.

de beest uithangen

1. alles willen weten
2. er genoeg van hebben
3. schaamteloos gedragen
4. een feest geven

wat betekent:
Daar zit een addertje onder het gras.