6.1 De Euclidische deling

6.1 De Euclidische deling
6.1.1 De Euclidische deling
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 De Euclidische deling
6.1.1 De Euclidische deling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Opa heeft zijn 4 kleinkinderen op bezoek. Hij heeft met de lotto €25 gewonnen en wil het bedrag gelijk verdelen onder zijn kleinkinderen.
Hoeveel krijgen ze elk?
A
€6
B
€6,25
C
€6,3
D
€6,2

Slide 3 - Quiz

Later op de dag willen hij en zijn kinderen een kaartspel spelen. Hij verdeelt de 52 kaarten onder 5 personen.
Hoeveel kaarten krijgen ze elk?
A
10
B
10,4
C
10,5

Slide 4 - Quiz

Hoeveel kaarten blijven er dan over?
A
Geen enkele
B
1
C
2
D
10

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Deeltal: 78
Deler: 11
Quotiënt = ...

Slide 10 - Question ouverte

Deeltal: 78
Deler: 11
Quotiënt: 7
Rest = ...

Slide 11 - Question ouverte

Deeltal: 90
Deler: 15
Quotiënt = ...

Slide 12 - Question ouverte

Deeltal: 90
Deler: 15
Quotiënt: 6
Rest = ...

Slide 13 - Question ouverte

Deeltal: 83
Deler: 5
Quotiënt = ...

Slide 14 - Question ouverte

Deeltal: 83
Deler: 5
Quotiënt: 16
Rest = ...

Slide 15 - Question ouverte

Deeltal: 144
Deler: 12
Quotiënt = ...

Slide 16 - Question ouverte

Deeltal: 144
Deler: 12
Quotiënt: 12
Rest = ...

Slide 17 - Question ouverte

Deeltal: 2249
Deler: 11
Quotiënt = ...

Slide 18 - Question ouverte

Deeltal: 2249
Deler: 11
Quotiënt: 204
Rest = ...

Slide 19 - Question ouverte

Deeltal: 3389
Deler: 15
Quotiënt = ...

Slide 20 - Question ouverte

Deeltal: 3389
Deler: 15
Quotiënt: 225
Rest = ...

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

418 = 5 . 83 + 3
Wat is in deze gelijkheid de deler, het quotiënt en de rest?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

325 = 12 . 26 + 13
Wat is in deze gelijkheid de deler, het quotiënt en de rest?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive