Koolstof (C) kan voorkomen als roet, maar ook als grafiet en diamant.
Grafiet is zwart, voelt vettig aan en wordt gebruikt in potloden.
Diamant: ontstaat als grafiet onder zeer hoge druk komt te staan. Heldere vaste stof, sieraden. Hardste stof die bestaat.
Slide 13 - Diapositive
Fosfor en zwavel
Witte fosfor (P): zeer brandbaar.
Rode fosfor (P): minder brandbaar, wordt bijvoorbeeld gebruikt op het strijkvlak van een luciferdoosje.
Zwavel (S): vaste gele stof, komt veel voor in vulkanische gebieden. Is brandbaar en wordt gebruikt in de kop van lucifers en vuurwerk.
Slide 14 - Diapositive
Metalen
Stofeigenschappen van metalen:
Ze glimmen als ze gepolijst zijn.
Ze zijn buigbaar.
Ze zijn goede geleiders van warmte en elektriciteit.
Vaste stof bij kamertemperatuur, met uitzondering van kwik (Hg), die is vloeibaar bij kamertemperatuur!
Slide 15 - Diapositive
Metalen
Meeste metalen zijn grijs, maar niet allemaal (goud en koper).
Toepassingen: elektriciteitsdraden, elektromagneten, muntgeld, kunstwerken, standbeelden, muziekinstrumenten en computeronderdelen.
Kamertemperatuur: vaste stof. Uitzondering is kwik (Hg), die is vloeibaar bij kamertemperatuur!
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Maken: 8 t/m 12 (vanaf blz 16)
Slide 19 - Diapositive
Nakijken: 8 t/m 12
Slide 20 - Diapositive
8
broom = niet-metaal
calcium = metaal
chloor = niet-metaal
ijzer = metaal
koolstof = niet-metaal
koper = metaal
lood = metaal
natrium = metaal
waterstof = niet-metaal
zink = metaal
zuurstof = niet-metaal
zwavel = niet-metaal
Slide 21 - Diapositive
9
D en E
Slide 22 - Diapositive
9
D en E
Slide 23 - Diapositive
10
a) Magnesium heeft als smeltpunt 922 K. Dat is 922 − 273 = 649 °C. Het magnesium is vloeibaar, want de temperatuur in de oven ligt boven het smeltpunt (en onder het kookpunt)
b) D
c) B
Slide 24 - Diapositive
11
a) D
b) Bij het vrijkomen van waterstof is er explosiegevaar