Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H3 Start Unité 4
Start Unité 4
Adrénaline
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Start Unité 4
Adrénaline
Slide 1 - Diapositive
Waar denk je dat Unité 4 over gaat?
Slide 2 - Carte mentale
H3
- comment ça va?
- lezen + vragen bij p.8 + 9/civilisation
- vragen over woorden van APPRENDRE 1
- we kijken de vlog van Vincent + maken blz. 10/regarder
Slide 3 - Diapositive
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 4 - Lien
Aan de oostkant = l'est
grenst Frankrijk aan vijf landen:
le Luxembourg, l'Allemagne, la Suisse, Monaco en
A
Liechtenstein
B
l'Autriche
C
l'Italie
Slide 5 - Quiz
L'Allemagne is
A
Engeland
B
Oostenrijk
C
Duitsland
Slide 6 - Quiz
Dit is een voorbeeld van:
A
een lelijk gebouw
B
vakwerkbouw
C
een ouderwetse flat
D
een winkel
Slide 7 - Quiz
'Une frontière naturelle' is
A
een natuurlijke grens, bijvoorbeeld een rivier of gebergte
B
een natuurlijke schoonheid
C
een natuurlijke bron, bijvoorbeeld mineraalwater
Slide 8 - Quiz
Een 'saisonnier' is
A
een soort appel
B
een seizoensarbeider
C
een skischool
Slide 9 - Quiz
Noem drie Franse gebergtes
Slide 10 - Question ouverte
Noem drie Franse benamingen van
avontuurlijke sporten
Slide 11 - Carte mentale
'Les incontourables' betekent
A
De dingen waar je niet omheen kunt, dus de beroemdste dingen
B
De dingen waar je niet omheen kunt, dus de hoogste bergen
C
De dingen waar je niet omheen kunt, dus de grootste problemen
Slide 12 - Quiz
Pak nu je vocalijst op p.36 erbij!
Slide 13 - Diapositive
Le défi
betekent
A
de uitdaging
B
de afwijking
Slide 14 - Quiz
Wij zijn bang is
A
Nous sommes peur
B
Nous avons peur
Slide 15 - Quiz
Woordbetekenissen kun je vaak van elkaar afleiden:
als 'danger' gevaar is, dan is 'dangereux'
A
gevaarlijk
B
veilig
Slide 16 - Quiz
Op dezelfde manier:
sauter = springen
le saut =
A
de sprong
B
de springer
Slide 17 - Quiz
'Voler' heeft twee betekenissen:
vliegen en...
A
vissen
B
stelen
Slide 18 - Quiz
Een ander woord voor 'vite' is
A
rapidement
B
exceptionnellement
Slide 19 - Quiz
'surmonter' is overwinnen
monter = naar boven gaan/klimmen
het onderdeel 'sur' betekent
A
in, bij
B
op, over
Slide 20 - Quiz
Vivre = leven
Dan betekent 'survivre' dus:
Slide 21 - Question ouverte
https:
Slide 22 - Lien
Welke woorden ken je uit Unité 4?
Slide 23 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
H3 2/1/2021 maa start U5
Janvier 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 Start Unité 4
Mars 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Semaine 13 (31 maart) test formatif et début Unité 4
Mars 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 2/10/21 woensdag voca U4 1,2,3
Février 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
LS Apprendre 1 - Unité 4 VWO 3
Avril 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
LS Apprendre 1 - Unité 4 VWO 3
Février 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Havo3B unité 4 apprendre 1 FN NF
Mars 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
CO Cadeaux pour animaux
Octobre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Secundair onderwijs