Zonder werk_5.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Schrijf op wat de twee belangrijkste taken van het UWV zijn.
Wat heb je nodig?
Papier, pen, boek blz. 142
10 min in tweetallen

Agenda les

• Beginopdracht                                     10 min
• Uitleg par 5.4                                         10 min
  
• Zelf aan de slag                                    10 min
• Tijd over?                                                  filmpje

Leerdoelen par 5.4

• Je kunt in eigen woorden omschrijven wat het betekent om werkloos te zijn
• Je kunt de oorzaken van werkloosheid opnoemen
• Je weet de verschillende soorten werkloosheid

Als de werkgelegenheid uit zes miljoen arbeidsplaatsen bestaat, kunnen meer dan zes miljoen mensen een baan hebben. Leg uit hoe dit mogelijk is?
2 minuten

Vraag 26:

Een deel van de mensen werkt parttime. Voor één arbeidsplaats is dan meer dan één persoon nodig.

Hoe verandert de werkgelegenheid?
De koopkracht van de consumenten stijgt.

1. Daalt
2. Stijgt
3. Blijft gelijk

Hoe verandert de werkgelegenheid?
Dit jaar gaan er meer bedrijven failliet.

1. Daalt
2. Stijgt
3. Blijft gelijk

Hoe verandert de werkgelegenheid?
Jongeren studeren langer door.

1. Daalt
2. Stijgt
3. Blijft gelijk

Hoe verandert de werkgelegenheid in NL? Batavus verplaatst een deel van de fietsproductie naar Tjechie.

1. Daalt
2. Stijgt
3. Blijft gelijk

Zelf aan de slag

• Maak opgave 3                                         5 min
  
• Maak opgave 5                                         3 min
• Kijk het filmpje (volgende dia)          4 min
• Maak thuis de weektaak af: ma 6 maart: § 5.3 + § 5.4 controle
• Kijk opgaven van hst 5 na en verbeter met een andere kleur pen 

Agenda les

• Beginopdracht : boek, schrift, pen en rekenmachine                           10 min                                                                                              
• Uitleg en klassikaal rekenen 3, 12, 14 hst 5  blz 152                                20 min
  
• Zelf aan de slag: 1, 6, 12 cd, 14b, 16c, 17                                                        10 min
• maandag 13-3 toets hst 5
• maandag 20-3 in MT: centraal inhaalmoment                                        

opg 3 Marjet heeft haar loonstrookje ontvangen. Haar brutoloon bedraagt € 1.157. Ze moet € 280 aan loonbelasting betalen en € 80 aan sociale premies.
a) Bereken het netto-loon.
b) Wat wordt het netto-loon als de overheid de loonbelasting met 5% verlaagt?

Rekenformules

nettoloon berekenen:

nettoloon = brutoloon - loonbelasting - sociale premies

loon omrekenen:

maand naar week = maandloon x 12 : 52 = weekloon

week naar maand = weekloon x 52 : 12 = maandloon

opg 12: Het bruto maandloon van Alissa is € 2.791,35.
a. Bereken haar weekloon.
Een voltijdbaan is voor Alissa 38 uur per week.
b. Wat is haar uurloon?

Opg 14: Holland Food nv heeft afgelopen jaar winst gemaakt. Alle aandeelhouders krijgen per aandeel € 0,14 dividend uitbetaald. Anton heeft 1.600 aandelen.
Bereken hoeveel dividend hij ontvangt.

arbeidsmarkt

werkloosheid= beroepsbevolking - werkgelegenheid

arbeidsparticipatie= beroepsbevolking : potentiële beroepsbevolking x 100%

rekenen met het minimumloon: tabellen kunnen lezen (bijv opg 6)

opg 16: De beroepsbevolking in Hunzelo bestaat uit 23.000 mensen. De vraag naar arbeid hier is 21.597. Hunzelo heeft 29.300 inwoners tussen 15 en 75 jaar.
a. Bereken het aantal werklozen.
b. Bereken de arbeidsparticipatie.

. 

lees opg 15 op blz 153
a. bereken hoeveel arbeidsplaatsen Groningen had vorig jaar.
b. Hoe groot is de werkgelegenheid nu in groningen?

vragen?

- stel ze!

- anders zelfstandig verder werken met 1, 6, 12 cd, 14b, 16c, 17 

- maandag 13-3 toets hst 5

- maandag 20-3 in MT: centraal inhaalmoment